Amin Younes moet dit seizoen één van de Ajaxspelers zijn die het meeste kritiek te verduren krijgt. Hij zou teveel voor eigen succes gaan, te weinig scoren en te weinig assists geven. Younes kende voor de winterstop onmiskenbaar een mindere periode. Toch lijkt Peter Bosz ook nu geen enkele twijfel te kennen en stelt de Duitse vleugelaanvaller iedere week op. Scoren doet hij dit seizoen nauwelijks, maar is de verdere kritiek op de vleugelaanvaller van Ajax gerechtvaardigd?
Noot: Data en beelden zijn van voor speelronde 26 van de Eredivisie.
Younes scoort te weinig
Amin Younes staat dit seizoen nog maar op één doelpunt in 23 duels (1875 minuten) en had hier al 52 schoten voor nodig. Eén goal per 52 schoten zijn geen cijfers waar je als aanvaller trots op kan zijn. Ter vergelijking: vorig seizoen scoorde Younes acht keer en had daar ‘maar’ 45 schoten voor nodig. En daar is ook exact waar de schoen wringt bij Younes dit seizoen. Hij heeft te weinig rendement als vleugelaanvaller van Ajax.
Eén goal in 23 duels voor Ajax is absoluut niet goed, maar deze marginale productie kent ook zijn oorzaken. Waar Younes vorig seizoen met scherp schoot, is dat dit seizoen een stuk minder. In onderstaande afbeelding zien we de schoten van Younes dit seizoen (links) en die van vorig seizoen (rechts). Duidelijk is te zien dat de schoten van Younes dit seizoen opvallend vaker laag in het midden eindigen (6 om 1). Ook zien we in de rode rechthoek dat de schoten van Younes in vergelijking met vorig seizoen zelden hoog in het doel eindigen.
In bovenstaande afbeelding zien we tevens dat het Younes niet bepaald mee zit dit seizoen, veel schoten eindigen tegen het aluminium. Een mogelijke oorzaak zou kunnen zijn dat het spel van Younes -het naar binnen trekken- meer en meer bekend is geworden bij tegenstanders. Hierdoor krijgt hij dubbele dekking en zodoende minder ruimte en tijd voor een bekeken schot.
Toch hoeft Younes niet te wanhopen. Hoewel zijn wapen bekend is, blijft Younes in scoringspositie komen en dat is het allerbelangrijkste. Veelscorende spelers onderscheiden zich op de lange termijn vooral door veel doelpogingen. Derhalve hoeft Younes zich niet per se druk te maken om zijn iets mindere productie dit seizoen.
Vorig seizoen scoorde Younes fraai, waar dat dit seizoen nog niet lukte.
Als we kijken naar de Expected Goals (ook wel xG) van Amin Younes dan zien we weinig verschil met vorig seizoen. Per 90 minuten zien we zelfs dat Younes dit seizoen een iets hogere xG heeft dan vorig seizoen.
Waar hij vorig seizoen met acht goals dus ruim ‘over presteerde’ presteert hij dit seizoen lager dan je zou mogen verwachten gezien de kwaliteit van zijn doelpogingen. In het geval van Younes kan dit betekenen dat hij meer richting zijn xG gaat presteren en hij op de lange termijn vanzelf meer gaat scoren.
Younes dribbelkoning
Een succesvolle dribbel is in het hedendaagse voetbal een enorm wapen. Met succesvolle dribbels creëer je ruimte en overtalsituaties. In een tijdperk waarin ploegen steeds georganiseerder spelen kan een dribbel een wapen zijn om deze organisatie te doen doorbreken. Een succesvolle dribbel is een passeeractie waarmee je met een eigen actie minimaal één tegenstander voorbij gaat én balbezit houdt. Amin Younes lijkt dit goed te kunnen, heel goed zelfs. Per 90 minuten gaat hij gemiddeld 6,8 keer een dribbel aan en in 56% van de gevallen slaagt zijn dribbel ook.
Dat Younes graag dribbelt blijkt ook wel uit het feit dat Younes de speler is met de meeste dribbels in de Eredivisie. Younes zette al 142 keer een dribbel in en houdt daarmee spelers als Zeneli, Larsson, Traoré en Rashica ruim voor zich. Als we dit corrigeren naar dribbels per 90 minuten, dan hoeft Younes alleen Basacikoglu voor zich te dulden.
Toch is er ook zeker ruimte voor verbetering. Wanneer Younes zijn tegenstander(s) succesvol heeft gepasseerd is de voortzetting niet altijd goed. Voorzetten kwamen niet aan, medespelers niet begrepen of er volgde een uitzichtloze dribbel.
Positie kiezen
Hoewel het misschien allemaal wat eentonig aandoet, is het spel van Younes zeer gevarieerd en houdt hij zich niet alleen bezig met zijn eigen spel. In balbezit houdt hij het veld zeer breed en biedt zich vaak al rond de middenlijn aan om Sinkgraven een extra optie in de opbouw te bieden. Wanneer Sinkgraven aanvallend mee ten strijde trekt kiest Younes voortdurend slim positie in de half-spaces. Zo kan Sinkgraven het spel breed houden, wordt hij zelf aanspeelbaar op een gevaarlijke positie en trekt hij regelmatig tegenstanders weg om ruimte te creëren.
In de wedstrijd tegen FC Groningen leverde dat (na een omweg) uiteindelijk ook een doelpunt op. Hoewel Younes geen assist, key-pass of op een andere manier de credits kreeg voor de Ajaxgoal, zette hij wel de aanval op. Younes ontving aan de buitenkant de bal, Sinkgraven komt mee op waardoor Younes de half-space bezette, een pass gaf op v/d Beek, de bal komt uiteindelijk bij Sinkgraven terecht die de scorende Klaassen vind. Deze goal van Klaassen zal niet de boeken ingaan als een aanval waar Younes direct bij betrokken was, maar de aanval werd uiteindelijk wel door zijn loopactie en pass opgezet.
Younes dribbelde ook hier weer naar binnen, een veelgehoorde kritiek op de aanvaller. Toch is dit wel de manier voor Younes om in zijn kracht te komen. In de half-space, meer richting het centrum, daar ligt het gevaar, daar kan hij beslissend zijn. Natuurlijk moet hij dit afwisselen en bij gelegenheid het ook buitenom proberen. Maar ook Bosz ziet dit niet direct als een probleem. Tegenover Ajax Life bevestigde de oefenmeester dit nog maar eens: “Acht van de tien keer komt Amin inderdaad binnendoor. Maar ik ben het met je eens: als je daarmee toch je man voorbij komt, is het ook effectief.”
Dubbele dekking
Een mogelijke verklaring van het moeizamere seizoen van Younes kan zijn dat de nieuwigheid bij hem eraf is. Tegenstanders weten wat zijn kwaliteiten zijn en dat hij goed is in de één-tegen-één. Voor veel tegenstanders is dit dan ook het signaal om bij balbezit van Younes dicht bij het zestien meter gebied een extra mannetje op Younes te zetten.
Hierdoor is de ruimte voor Younes om een vrije man te vinden én voor een geplaatst schot, een stuk afgenomen. In onderstaande afbeelding is goed te zien hoe Younes een één-tegen-één aan kan gaan. Zijn directe tegenstander Memisevic krijgt echter snel hulp van Hiariej zodat Younes weinig opties meer over heeft. Ook voor de goal is er geen enkele Ajacied te vinden waar Younes de bal kwijt kan.
Oog voor medespelers
Younes wordt vaak verweten dat hij te vaak voor eigen succes gaat en zodoende te weinig ook voor zijn medespelers heeft. Younes is het type buitenspeler dat vaak voor de actie kiest maar zal, om niet te voorspelbaar te worden, meer gaan moeten doseren. Toch doet Younes ook een hele hoop goed voor zijn medespelers. Als we kijken naar alle linksbuitens in de Eredivisie met minimaal tien duels dan zien we dat alleen Sam Larsson per 90 minuten vaker een key-pass geeft:
Key-passes per 90 minuten:
- Sam Larsson: 3,1
- Amin Younes: 1,9
- Eljero Elia: 1,9
De crux zit hier natuurlijk in het feit dat de key-passes van Younes niet bijster veel omgezet worden in assists (4 keer dit eredivisieseizoen). Maar zit hem dit in de kwaliteit van de key-pass of heeft Younes de pech dat zijn medespelers de kansen niet afmaken? Waarschijnlijk ligt de waarheid ergens in het midden.
Aanvallende veelvraat
Al met al is Younes aanvallend een zeer bedreven voetballer. Hij dribbelt, hij schiet en hij creëert kansen voor zijn medespelers. De Amsterdamse dribbelaar hoort dan ook tot de top van de Eredivisie als het gaat om aanvallende acties per 90 minuten. Geen slechte cijfers voor een vleugelaanvaller die dit seizoen vaker bekritiseerd werd dan bejubeld.
Is Younes dan bezig aan een heel goed seizoen? Nee dat hoor je mij zeker niet zeggen. Alles staat of valt met het rendement wat hij haalt uit zijn acties, en dat is op dit moment absoluut te laag. Toch zijn zijn onderliggende statistieken helemaal niet zo slecht. Wanneer je verder kijkt dan alleen zijn productie ziet een gevaarlijke vleugelspeler die constant dreiging heeft en een belangrijke schakel is in het Ajax van Peter Bosz.
Als linksbuiten van Ajax heb je het zeker niet makkelijk. Bedenk eens wat de laatste échte geslaagde linksbuiten van Ajax is geweest. Sulejmani, Özbiliz, Boerrigter, Fischer, Babel, Andersen, Kishna, Menig…allen kwamen ze uiteindelijk tekort voor het niveau wat Ajax, maar ook de gemiddelde supporter verlangde van een buitenspeler van Ajax.
Mijn advies: koester de buitenspeler Younes, accepteer zijn mindere periodes en Ajax zal nog heel veel plezier van hem hebben.
Noot: Data in dit artikel is afkomstig van Opta en verzameld via WhoScored.com.
Er zijn reacties op dit artikel
Laat reacties zien Hide commentsAls de onderliggende statistiek goed is kun je argumenteren dat hij een slechte periode heeft en het wel goed komt, of het geeft aan dat Younes simpelweg niet goed genoeg is. Een hoge xG ten opzichte van gescoorde goals kun je statistisch zien als teken dat de goals vanzelf gaan vallen en Younes toch goed bezig is, maar het is ook gewoon een teken dat hij slecht presteert. Het daadwerkelijk converteren van xG lijkt me een belangrijkere statistiek dan het creëren van xG. Net zoals dribbels pas nuttig zijn als er wat uit gecreëerd wordt (dat is natuurlijk niet altijd te kwantificeren in een goal of assist, maar als ik Younes zie spelen en bijvoorbeeld passmaps bekijk ziet Younes eruit als een zwart gat waarin veel ballen verdwijnen).
Ajax kan het zich eigenlijk niet veroorloven om een heel seizoen met een lamme vleugel te spelen. Met Traoré en Younes heb je twee lamme vleugels die niet produceren wat ze horen te produceren.
Als blijkt dat Younes, ondanks zijn karige aantal assists, toch veel key-passes geeft, wordt er dan ook een statistiek bijgehouden over de gemiddelde xG die het gevolg zijn van die key-passes? Mijn beeld (en statistieken zijn in dit geval wel nuttiger dan observatie) is namelijk dat Younes nogal lang met zijn acties doorgaat en uiteindelijk geen goed idee voor zijn passes heeft. Een ander beeld wat ik van hem heb is dat hij ontzettend weinig de bal in de diepte krijgt, hij moet altijd de bal aan de voeten hebben en dan gaan dribbelen.