De voorbereiding op het nieuwe Eredivisie-seizoen is voor Feyenoord na de 1-3 nederlaag tegen Olympiakos ten einde. Eén terugkerend probleem van vorig seizoen lijkt nog niet te zijn opgelost: scoren. De club wordt gelinkt aan ADO-spits Michiel Kramer. Een andere optie is een wat radicalere, onconventionele: Anass Achahbar opstellen als valse spits. In dit artikel beschrijven we dat dat nog niet eens zo’n heel gek idee is.
Achahbar, een eeuwig talent?
Anass Achahbar debuteerde al op z’n zeventiende, kort nadat hij topscorer van het EK onder 17 was geworden, als centrumspits in Feyenoord 1, maar van een werkelijke doorbraak is vier jaar later nog geen sprake. Vorig seizoen kreeg hij in de tweede seizoenshelft een aantal keer de kans van Fred Rutten, met succes. Hij scoorde twee prachtige goals tegen PSV, maakte in blessuretijd de winnende goal tegen FC Dordrecht en scoorde ook tegen SC Heerenveen en AZ. Het leverde hem contractverlenging op, desondanks lijkt Giovanni van Bronckhorst nog te zoeken naar de ideale positie van Achahbar.
Een veelgebruikt argument waarom Achahbar uiteindelijk tekort komt als centrumspits is zijn geringe lengte. Achahbar is ‘slechts’ 1,71 meter lang. Dat is voor een spits inderdaad klein, en voor een diepe centrumspits wellicht te klein. Een klassieke centrumspits wordt over het algemeen geacht een aanspeelpunt te zijn, lange ballen van achteren door te kunnen koppen, of op zijn borst aan te nemen, en hoewel Achahbar goed kan springen (zie zijn kopgoal tegen FC Dordrecht) lijkt hij door zijn gebrekkige lengte inderdaad niet geschikt als diepe centrumspits.
Maar het contract van Anass Achahbar loopt nog tot 2017 door en hij heeft ontegenzeggelijk talent. Het is dan ook de moeite waard om te kijken in welke rol hij wél tot zijn recht kan komen bij Feyenoord, en hoe hij dit team van een ogenschijnlijk doelpuntengebrek kan genezen.
De nieuwe spits van Feyenoord is een valse spits
De valse spits is een centrale voorhoedespeler die wel in de punt van de aanval staat opgesteld, maar zich in aanvallende situaties meer laat terugzakken. Dat zorgt voor desorganisatie bij de verdedigers van de tegenstanders. Van de twee centrale verdedigers houdt zich er normaal gesproken één de hele wedstrijd bezig met de centrumspits, terwijl de andere centrale verdediger rugdekking geeft. Als een centrumspits de hele wedstrijd voorin hangt, is dat voor de centrale verdedigers in principe niet heel moeilijk te verdedigen. Maar laat de centrale spits zich terugzakken, zorgt dat voor chaos en desoriëntatie bij de verdedigers; moeten zij de spits blijven volgen, met als gevolg dat een centraal hart achterin ontbreekt. Tot hoever moet de verdedigende linie zich naar voren meebewegen, met de spits?
De valse spits is dus geen centrale diepe spits, geen aanspeelpunt zoals Graziano Pellè dat was bij Feyenoord. Het probleem van Anass Achahbar was dat hij bij Feyenoord wel als zodanig werd opgesteld. Natuurlijk, er werd rekening gehouden met zijn geringe lengte, maar in grote lijnen veranderde zowel zijn rol (diepe spits) als het voetbal dat Feyenoord speelde niet als hij in het veld stond. Van zijn zwakte werd geen kracht gemaakt, in tegendeel, keer op keer werd hij verkeerd gebruikt in het veld en werd geconstateerd dat hij te klein zou zijn voor het topvoetbal.
Maar de valse spits hoeft niet lang te zijn, en is ook geen aanspeelpunt. Sterker, het kan voor een valse spits juist een voordeel zijn dat hij klein is. De valse spits moet namelijk enorm dynamisch zijn. Kleine voetballers, zoals Achahbar, zijn dat, omdat ze een “sneller stappen patroon” hebben. Ze kunnen zich sneller bewegen en omdraaien dan lange spelers (centrale verdedigers zijn vaak lang), en zijn daardoor moeilijker te verdedigen.
In een 4-3-3-systeem, het systeem dat Feyenoord wil spelen, zou een valse spits prima passen in combinatie met buitenspelers die naar binnen komen. Die heeft Feyenoord. Bilal Basacikoglu kan prima vanaf links spelen. Dirk Kuyt kan als rechtsbuiten spelen, die als hij naar binnen komt meer als centrumspits speelt. Door de chaos die Achahbar als valse spits kan stichten in de verdediging van de tegenstander, krijgen de buitenspelers de ruimte. Dat is in feite wat de valse spits doet: door het verder terugzakken naar achteren, creëert hij ruimte voor andere aanvallers om effectief te zijn (om daarna eventueel alsnog zelf toe te slaan).
“Achahbar creëert als valse spits chaos in de verdediging.”
Als Feyenoord inderdaad met twee aanvallende middenvelders gaat spelen, zoals Gio wil, kan de aanvallende kracht enorm zijn: Achahbar trekt zich iets terug en creëert daarmee chaos in de verdediging. Daar maken de buitenspelers én aanvallende middenvelders gebruik van, maar ook Achahbar zelf: ineens duikt hij weer op, en, kan scoren. Met Toornstra, Gustafson, Schuurman, Immers (die onder Ronald Koeman vaak als extra spits achter Graziano Pellè speelde) en in mindere mate Vilhena heeft Feyenoord genoeg aanvallende middenvelders met scorend vermogen.
Achahbar heeft de kwaliteit
Belangrijke kwaliteiten van de valse spits zijn, naast zijn dynamiek en het zwerven door de aanval, dat hij een goede balcontrole heeft, snel is, en voetbalintelligentie bezit. De valse spits is een gecompliceerde rol, die inzicht en intelligentie van de spits vereisen. Achahbar bezit beide. Hieronder ontleden we de goal van hem tegen AZ. Achahbar heeft twee opties (foto 1): zich naar binnen bewegen, naar de bal toe, of buitenom gaan, waar mee ruimte ligt, maar waar de bal wellicht niet terecht gaat komen. Hij doet het tweede, terwijl zijn verdedigers juist naar binnen gaan, in de verwachting dat Achahbar dat ook zal doen. Daardoor komt hij vrij voor de goal, en scoort hij.
Een andere goal die laat zien dat Achahbar over de kwaliteiten van de valse spits (snel, intelligent, dynamisch) beschikt, is zijn doelpunt tegen FC Dordrecht. In feite speelt hij daar al als valse spits: hij is teruggezakt tot buiten de zestien, terwijl de buitenspelers in het strafschopgebied de centrale verdedigers bezig houden. In foto 1 is de rode lijn de weg naar de ruimte: daar staan geen verdedigers én staat hij vrij voor de goal. Foto 2 is van twee seconden later: Nelom geeft de voorzet, en Achahbar staat inmiddels op de juiste plaats – een teken van zowel zijn inzicht als snelheid. Eén seconde later heeft hij de winnende goal gescoord.
Wat de valse spits níet nodig heeft, is kracht in de lucht en fysieke sterkte. Een kleine, dynamische en snelle spits die zwerft tussen de centrale plek voorin en het middenveld heeft daar niks aan; het werkt immers tegen zijn snelheid en wendbaarheid.
Het klopt dat Achahbar tekort komt als centrale, diepe spits. Daar is hij te klein voor. Maar van zijn zwakte kan ook zijn kracht worden gemaakt: een snelle, dynamische, valse spits die opgesteld staat in de punt de aanval, maar door te zwerven en zich wat terug te laten zakken ruimte creëert voor de andere aanvallers, om vervolgens vliegensvlug weer op te duiken en te scoren. Dat kan Achahbar, liet hij vorig seizoen zien. Maak van Achahbar’s zwakte zijn kracht, en hij kan zomaar de scorende spits worden waar Feyenoord zo naar zoekt.
Dit artikel is tot stand gekomen middels een samenwerking tussen Wes Beuvink en Mark Lievisse Adriaanse.
Er zijn reacties op dit artikel
Laat reacties zien Hide commentsGoed artikel, maar misschien moet je het even laten lezen aan MvG en GvB 😉 Lijkt me erg interessant dit bij Feyenoord te zien.
Goed artikel, alleen jammer dat je in de voorbeelden de situatie tegen Dordrecht gebruikt. Juist de 2e goal tegen PSV getuigt van het punt wat jij wilt maken. Hij staat daar in de kleine ruimte tussen de 6 en de centrale verdedigers. Terwijl Boetius hem inspeelt durft hij zich uit te laten zakken naar de ‘linksbuiten’ positie. Als hij de bal terug krijgt profiteert hij uitstekend, maar vooral het laten uitzakken en de spits positie weg geven. Hoe vaak zie je dat nog?
Leuk artikel dat wel, ik zou hem ook best graag op een aanvallende middenvelder rol willen zien. Met een 2-tal werkers achter zich denk ik dat hij dat best zou kunnen. Goed andere discussie. Ik hoop dat die de kans krijgt!
Ik denk gelijk aan Korneev, die onder BvM ook een tijdje die rol geweldig invulde. Dat ging als een tierelier. Ik zie Anass dat wel doen. Het proberen waard IMO.
Achahbar heeft twee voorname kwaliteiten die hem een interessante speler maken. Ten eerste zijn balvaardigheid in de kleine ruimte: scherpe balcontrole, ondanks zijn postuur in staat om de bal af te schermen, en vaardig in de combinatie met de spelers die aansluiten. Ten tweede weet hij, eenmaal aan de bal in het strafschopgebied, als geen ander waar het doel is en is hij buitengewoon secuur in de afronding.
Ik kan ver mee in het idee van Achahbar als false nine. Hij is absoluut vaardig genoeg om zich in een eerder stadium van de aanvalsopbouw te redden. Toch zou ik hem, vanwege eerder genoemde eigenschappen, het liefst met name in de zestien, of in ieder geval op de rand van de zestien in balbezit zien komen – te meer interessant omdat verdedigers bij balbezit van Achahbar de neiging hebben om zich om hem heen te vouwen, hetgeen vrije trappen op kansrijke posities (of penalty’s) kan opleveren.
Het is wellicht relatief moeilijker om hem als diepe spits te bereiken, in een woud van spelers die 20 centimeter langer zijn, maar het is wel degelijk mogelijk (zie FC Dordrecht uit en PSV thuis) en dan is het in veel gevallen direct raak. Een mogelijkheid is om een sterke aanvaller in zijn buurt te laten spelen, die (bijvoorbeeld) af en toe stiekem even in de looplijn van een verdediger gaat wandelen
Het is hoe dan ook een uitdaging om Achahbar optimaal te laten renderen, want net als jullie zie ik het in hem zitten.