Afgelopen zondagmiddag verloor Ajax haar eerste wedstrijd in de Eredivisie sinds 8 december 2024. Dat betekent dat Ajax 133 dagen ongeslagen is geweest in een competitie waarvan menig analist voorafgaand aan het seizoen twijfelde of de Amsterdammers überhaupt de top 5 zouden halen. Het zal voor u misschien raar klinken, maar na enkele plagende appjes van mijn vrienden voelde ik mij weer een echte Ajacied: we verliezen een wedstrijd en haast elke Nederlandse voetbalsupporter is in zijn of haar nopjes. Want van de beste wil je winnen.
Na de wedstrijd stuitte ik op een column van Hugo Borst die hij enkele weken geleden voor het AD schreef. Hij haalde verwoestend uit naar de Ajax-supporters. Zo schreef hij over hoe hij zich sterk verbaasde over het feit dat de supporters en Farioli een gelijkspel tegen AZ Alkmaar vierden. Ajax is nog geen kampioen, maar menig analist/columnist lijkt alweer vergeten dat vrijwel iedereen Ajax begin augustus vorig jaar (toen de Eredivisie van start ging) niet hoger schatte dan nét de top 5. De (terechte) redenen voor dit wantrouwen waren de organisatorische onrust, het gebrek aan kwaliteit in de spelersgroep en het gebrek aan koopkracht om een sterk elftal neer te zetten.
Dezelfde analisten en columnisten die Ajax in hun voorspelling op de derde, vierde of vijfde plek hadden gezet, schrijven en spreken nu driftig over hoe de Ajax-supporters niet kritisch genoeg zijn. Hugo Borst heeft zich vaak uitgesproken over het belang van “weten welk shirt je draagt”. En ik denk dat bij de 2-2 tegen AZ niet zozeer het resultaat werd gevierd door het Amsterdamse publiek, maar het feit dat de strijdlust en passie zichtbaar terug is in Amsterdam. Iets wat het seizoen daarvoor overduidelijk afwezig was. En ook de Ajax-supporters weten dat dat komt door de Italiaanse hoofdtrainer. Meneer Borst verbaasde zich over het gebrek aan kritiek onder de supporters. Het enige wat mij verbaasde, is dat de gemiddelde Ajax-supporter realistischer is en meer voetbalverstand lijkt te hebben dan de gerespecteerde columnist.
Een groot kritiekpunt is het gebrek aan Ajax-DNA. Er is inderdaad weinig sprake van attractief voetbal in de Johan Cruijff ArenA dit seizoen, daar is geen twijfel over mogelijk. Maar onder Frank de Boer heeft de achterste linie van de zogeheten “Godenzonen” tussen 2010 en 2016 zes jaar lang de bal naar elkaar over en weer gespeeld op eigen helft. Én met succes. Hij werd in zes jaar tijd vier keer kampioen en twee keer tweede. De stabiliteit die Frank de Boer bracht door zijn behouden en controlerende spel met een relatief zwakke spelersgroep, is de fundering geweest van de succesjaren met aantrekkelijk en aanvallend voetbal in de jaren die volgden onder Peter Bosz en Erik ten Hag. Met als absoluut hoogtepunt een halve finale Champions League-voetbal in Amsterdam, wat al sinds 1997 niet meer was gebeurd. Farioli is een afgestudeerd filosoof, en elke keus — klein of groot — is weloverwogen. Ik twijfel er daarom niet aan dat hij dit proces heeft gezien, geanalyseerd en gebruikt als inspiratie voor de toekomst. Een trainer met een kortetermijnvisie tekent namelijk niet een contract voor drie jaar met een fikse afkoopsom.
De Ajacieden zijn dus niet minder kritisch geworden, maar realistischer en bedenkelijker. Iets wat ik niet kan zeggen over een Hugo Borst. Ik citeer: “Ajax-supporters? Meelopers. Alsof Johan Cruijff nooit heeft bestaan.” Maar beste Hugo, wie steeds maar achterom kijkt, valt op zijn gezicht. Ajax moet, nadat de Duitse sloopkogel genaamd Sven Mislintat alles met de grond gelijk heeft gemaakt, opnieuw beginnen met bouwen. En dat bouwen begint bij de fundering.
Maiko de Boer
Nog geen reacties
Geef je mening Cancel