Strafschoppen en strafschoppenseries: vele onderzoekers en wetenschappers hebben hun hoofd er reeds over gebogen. Alle genomen strafschoppen zijn al eens onder de loep genomen: van de WK-finale tot de Panamese tweede divisie. In dit artikel gaan we enkel in op strafschoppenseries op het Europees Kampioenschap. Zie het als een soort advies voor onze jongens, mochten ze in die situatie terechtkomen.

Het EK is namelijk een heel ander podium dan een bekerwedstrijd tussen pak ‘m beet HSV Hoek en VV Lisse, met alle respect naar deze teams. De druk is hoger, de belangen zijn groter en het financiële plaatje is aantrekkelijker bij een wedstrijd tussen de beste landen van Europa. Wat voor inzichten geven de statistieken uit het verleden?

Totalen

Het Europees Kampioenschap wordt sinds 1960 gehouden. In 1976 vond de eerste – en ook meteen de meest memorabele – penaltyserie plaats. Strafschoppen moesten tussen Tsjecho-Slowakije en West-Duitsland beslissing brengen. De laatste penalty werd door ene Antonin Panenka op historische wijze binnengetrapt.

Sinds de oprichting in 1960 waren achttien strafschoppenseries nodig om een winnaar aan te wijzen. In totaal werden 194 strafschoppen genomen in die series. Een gemiddelde van 10,8 strafschoppen per serie. Veertig van deze strafschoppen werden niet benut. Dit wil zeggen: de keeper stopt de strafschop, de speler raakt lat of paal of hij mist het doel volledig.

Dat brengt het conversiepercentage van strafschoppen in EK-series op 79,4%. Ter vergelijking: tot aan het WK van 2018 in Rusland lag het conversiepercentage daar op slechts 70,8%, volgens de BBC. Het EK-percentage ligt maar nipt lager dan bijvoorbeeld het conversiepercentage in de Eredivisie (81,3%) en de Premier League (81,4%) dit seizoen.

Plaatsing

Alle 194 strafschoppen zijn door Tussen de Linies teruggekeken en gepositioneerd, waarbij het doel is opgedeeld in negen even grote vlakken. Wat blijkt: de benedenhoeken zijn populair voor strafschoppennemers. Cumulatief worden 85 strafschoppen – 43,8 procent – in de linker- en rechterbenedenhoek geschoven. In de onderstaande figuren is te zien waar de strafschoppen worden ingeschoten.

strafschoppen ek 1
Figuur 1: Plaatsing van alle genomen strafschoppen
strafschoppen ek 2
Figuur 2: Percentages plaatsing van alle genomen strafschoppen

De opvallende lezer heeft het vast gezien: totaal kom je niet op 194 uit. Achttien van de bekeken strafschoppen werden niet richting doel geschoten (paal, lat, over of naast). Procentueel is dat 9,3%. 

Leuk en aardig dat de meeste penalty’s richting de benedenhoek gaan. Belangrijker is natuurlijk om te kijken waar de meeste strafschoppen worden gestopt. Zoals eerder aangegeven zijn veertig van de 194 strafschoppen in de series gemist. 22 daarvan werden op doel ingeschoten. In onderstaande figuur is te zien waar de strafschoppen werden tegengehouden.

strafschoppen ek 3
Figuur 3: Plaatsing van de gemiste strafschoppen
strafschoppen ek 4
Figuur 4: Slagingspercentage in verhouding tot plaatsing

Wat opvalt is dat het bovenste gedeelte van het doel altijd een doelpunt oplevert. Geen enkele keeper plukt een bal uit de bovenhoek of blijft staan om de harde bal door het midden te stoppen. De meeste strafschoppen worden in de rechterbenedenhoek (voor de penaltynemer) gestopt.

Toch is ook het slagingspercentage van laag door het midden opvallend. Er werden slechts negen strafschoppen laag, midden in het doel geschoten. Hier werden er wel twee van gestopt, waaronder de strafschop van Clarence Seedorf tegen Frankrijk in 1996.

Bovenin is de beste strategie voor een strafschop. Toch wordt dit niet vaak gedaan. Reden: de kans om de bal over het doel te werken is een stuk groter. We denken nog altijd met nachtmerries terug aan de strafschop van Jaap Stam, wiens bal nog altijd in een baan rond de aarde draait.

Volgorde


Meerdere onderzoeken tonen aan dat de beginnende ploeg meer kans heeft op het winnen van een strafschoppenserie. Die vlieger lijkt op het EK niet op te gaan, al moet natuurlijk vermeld worden dat het om slechts achttien series gaat, in tegenstelling tot onderzoeken waarin honderden series zijn meegenomen. Op Europese kampioenschappen won namelijk maar zes keer het team dat startte: een derde van de strafschoppenseries dus.

Binnen de volgorde van strafschopnemers zijn ook veel verschillen te zien. Ondanks de kleine sample van het onderzoek, zijn er opvallende resultaten zichtbaar. Zo lijkt de achtste nemer in de serie het minst zeker van zijn zaak. In de onderstaande grafiek is dat duidelijk te zien.

strafschoppen ek 5
Grafiek 1: Slagingspercentage strafschoppen naar volgorde

De y-as staat voor de volgorde waarin de spelers de strafschoppen nemen. De zesde strafschop is dus de derde strafschop van het team dat als tweede trapt. Strafschop acht in de serie wordt het minst vaak gescoord met een conversiepercentage van 52,9 procent.

De bondscoach heeft in dit percentage een logische rol. Je wilt natuurlijk alle strafschoppen benutten, maar een land heeft vaak geen vijf strafschopspecialisten. Er wordt doorgaans gekozen om te beginnen met een of twee specialisten en om een specialist op positie vijf te zetten. Bij deze strafschop zal vaak de beslissing vallen, waardoor de druk hoger is en een specialist zijn werk kan doen.

Dat betekent dat de tussenposities – strafschop drie en vier van een land, vijf tot en met acht van de serie – worden opgevuld met spelers die een strafschop willen nemen, maar niet bovenaan het lijstje staan. Een mix van jonge spelers die zich willen laten gelden en ervaren spelers die het voortouw nemen. Zo is het ineens een stuk minder gek dat de Pool Kamil Glik op het EK 2016 zijn eerste twee strafschoppen uit zijn carrière nam, die hij overigens gewoon binnenschoot.

Het maakt het tevens logischer dat strafschop zeven en acht een lager conversiepercentage hebben dan de andere strafschoppen. Hier staan spelers die in eerste instantie niet op het lijstje staan, maar wel een strafschop willen nemen. Voor hen zijn al drie strafschoppen van hun land geweest, waardoor de kans aanwezig is dat hun penalty de beslissende kan zijn, zowel vanuit positief als negatief oogpunt.

Leeftijd


Maar wie moeten de strafschoppen dan nemen? Dat is lastig om te zeggen. De laatste jaren eist Memphis Depay steevast de bal op, al zagen we tegen Turkije dat ook hij kan missen. Steven Berghuis is de vaste strafschopnemer van Feyenoord. Dan zitten we op twee. Wie moeten daarna de strafschoppen nemen? Moet een ervaren speler zonder veel strafschopervaring (Georginio Wijnaldum of Stefan de Vrij) hem opeisen, of juist de talentvolle spelers die niets te verliezen hebben (Ryan Gravenberch of Owen Wijndal)?

Op basis van leeftijd is geen uitsluitsel te geven: de gemiddelde leeftijd van spelers die missen (26,9 jaar) ligt nagenoeg even hoog als die van spelers die hun strafschop wel benutten (26,6 jaar). Wel is het zo dat geen enkele tiener zijn penalty in de serie miste. Al moet ook hierbij worden gezegd dat het om slechts vier nemers gaat, waaronder Patrick Kluivert in 1996 tegen Frankrijk.

Advies


Het wordt lastig voor Frank de Boer om een lijstje samen te stellen. Mochten we in een dergelijke situatie komen, lijkt Memphis zeker te zijn van een plek op de lijst. Ook Berghuis – mits natuurlijk op het veld – weet hoe hij zijn strafschop moet nemen. Daarna wordt het lastig.

Wij raden aan om bij het winnen van de toss aan te geven dat we niet als eerste willen trappen. Twee derde van de teams gaat dan namelijk door. Qua plaatsing is hoog in het doel de beste optie, maar daarmee is ook de kans op een Jaap Stammetje groter. En zo’n trauma, die kunnen we er niet nog een bijhebben.

Beoordeel deze post
Nog geen reacties
Geef je mening Cancel
Comments to: Strafschoppenseries op een EK: hier kan Nederland van leren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *