1. Eredivisie

Eredivisiedoelmannen: een interim-rapport

Als men het over doelmannen heeft, ligt de hilariteit vaak op de loer. Stabiele prestaties worden vergeten, want men herinnert zich liever clowneske optredens, polletjes en zwabberballen die de keepers te machtig zijn. Zo is het ‘polletje van Hans van Breukelen’ welhaast bekender dan zijn indrukwekkende prijzenkast, onder meer gevuld met een Europees Kampioenschap, zes landstitels én de Europacup I.
Om de objectiviteit terug te brengen en Eredivisiedoelmannen op hun daadwerkelijke prestaties te beoordelen worden in dit artikel hun statistieken over het huidige seizoen onder de loep genomen. Deze statistieken vergelijken we met de prestaties van de doelverdedigers gedurende het seizoen 2013/14, opdat de actuele gegevens in perspectief worden geplaatst.
Als een club heeft vastgehouden aan een bepaalde doelman worden zijn statistieken vergeleken met die uit het vorige seizoen. Als een Eredivisieclub van keeper is gewisseld, wordt bekeken of deze mutatie zinnig is geweest en of de nieuwe doelman een verbetering is ten opzichte van zijn voorganger.
De eerste tabel behandelt het totale aantal reddingen in het seizoen 2014/15, het totale aantal tegendoelpunten en derhalve het aantal reddingen per tegendoelpunt. Een doelman moet minimaal acht hele wedstrijden hebben gespeeld om in de tabel te worden opgenomen.
Doelmannen-eredivisie-1-1
Jeroen Zoet, doelman van PSV, voert deze lijst fier aan. Hij verricht maar liefst 3,58 reddingen per geïncasseerd tegendoelpunt; een indrukwekkende statistiek waar de rest niet in de buurt komt. Hoewel PSV slechts 19 doelpunten tegen zich gescoord krijgt, moet Zoet toch 68 keer redding brengen.
De nummers twee en drie, respectievelijk doelverdedigers van Vitesse en SC Heerenveen, bestijgen wat deze statistiek betreft de overige podiumplaatsen. Hoewel de prestatie van Zoet getuigt van klasse, wordt hij tevens ondersteund door een verdediging die de tegenstander dwingt vaker van buiten het zestienmetergebied een schot op doel te wagen. Zo vertrekt 58% van het geschut op het Eindhovense doel van buiten het strafschopgebied; daarmee is PSV koploper. Ter vergelijk: de schoten die Eloy Room en Kristoffer Nordfeldt moeten pareren komen slechts in 41% en 40% van het totale aantal van buiten de zestien.
Het is aannemelijk dat een schot van verder weg ook gemiddeld makkelijker te pareren is voor een doelman, maar ondanks dat verdient Jeroen Zoet zijn koppositie, want het verschil met de rest is beduidend. Onderstaande tabel illustreert de schoten die elk Eredivisieteam tegen zich afgevuurd ziet worden. De tabel maakt onderscheid tussen schoten vanuit het doelgebied (kolom 1), vanuit het strafschopgebied (kolom 2) en schoten van buiten het strafschopgebied (kolom 3).
Doelmannen-eredivisie-2
Om een en ander vanuit een alternatieve statistiek te bekijken, is hieronder in een ‘scatter plot’ het percentage schoten die leiden tot tegendoelpunten afgezet tegen het gemiddeld aantal tegendoelpunten per wedstrijd. In deze grafiek is uitgegaan van een minimaal aantal compleet gespeelde wedstrijden van 14, om zo geen gecorrumpeerd beeld te vormen.
scatterplot-doelmannen-1
Gezien de aard van de grafiek is het voor een doelman natuurlijk wenselijk zo ver mogelijk linksonder te geraken. Dan incasseert zijn team niet alleen minder doelpunten, maar houdt hij naar ratio ook méér schoten tegen. Ook in deze grafiek leidt Jeroen Zoet de dans, waarvoor hulde. Verder valt de goede notering van Jasper Cillessen op, die in de eerste tabel nog verscheidene doelmannen voor moest laten.
Er komt natuurlijk meer bij het keepersvak kijken dan alleen schoten tegenhouden. Van een doelman wordt, zeker in Nederland, verwacht dat hij enigszins kan meevoetballen en niet elke bal blind naar voren peert. Belangrijker nog is het uitblijven van persoonlijke fouten (kanttekening: een persoonlijke fout blijft subjectief).
Hoewel de schandpaal waaraan keepers worden genageld relatief groot en onredelijk is, moeten fouten ook niet gebagatelliseerd worden. Verdedigende onvolmaaktheden van doelmannen leiden namelijk betrekkelijk vaak tot grote kansen voor de tegenpartij of zelfs tegendoelpunten. De volgende tabel laat zien welke doelverdedigers (die zich in de vorige tabel bij de beste tien mochten scharen) het meest accuraat zijn in hun passing. Bovendien zijn de totale defensieve fouten en cruciale fouten (fouten die leiden tot een tegendoelpunt) genoteerd.
Doelmannen-eredivisie-3
Ten eerste valt op dat Jeroen Zoet qua distributie de rest eveneens achter zich laat, ook al zitten Kenneth Vermeer en Jasper Cillessen hem op de hielen. Het slagingspercentage van Esteban, doelman van AZ Alkmaar, is pover. Hij bereikt in louter 58% van de gevallen een teamgenoot. Ook is hij, samen met Jelle ten Rouwelaar, de doelman die defensief het vaakst blundert; dit seizoen al zes keer. De fouten van ten Rouwelaar zijn door pech of onkunde alle zes uiteindelijk cruciaal, waardoor ten Rouwelaar de twijfelachtige eer heeft die lijst aan te voeren.
De doelmannen van de traditionele topclubs spelen geen ‘foutloos’ seizoen. Zoet en Vermeer moesten reeds twee maal vissen door hun eigen euvel en ook Oranje-doelman Cilessen blunderde dit seizoen al eens opzichtig. Wat dat betreft verdienen Sonny Stevens, Elroy Room en vooral Sergio Padt –die alle wedstrijden speelde- een compliment. Deze heren flaterden dit seizoen nog niet opzichtig.

Vergelijken

Nu een redelijk beeld is ontstaan van het wel en wee van de huidige Eredivisiekeepers, is het interessant hun prestaties te vergelijken. Er wordt hierin onderscheid gemaakt tussen clubs die hun doelman ten opzichte van het seizoen 2013/14 trouw zijn gebleven en clubs die één of meerdere wissels hebben doorgevoerd. De eerstvolgende tabellen behandelen de doelverdedigers die in het seizoen 2013/14 al eerste doelman waren bij hun huidige club. In dit artikel worden alleen clubs die zowel in 2013/14 als het actuele seizoen in de Eredivise actief zijn.
Doelmannen-eredivisie-4
Ajax-doelman Jasper Cillessen is dit seizoen minder ongenaakbaar dan het vorige. Waar hij in 2013/14 ‘foutloos’ speelde en bovendien bijna een redding per tegendoelpunt méér verrichte, lijkt zijn vorm in 2014/15 wat minder. Toch liet Cillessen in de thuiswedstrijd tegen Legia Warschau nog steeds het keepersvak uitstekend te beheersen.
Doelmannen-eredivisie-5
Waar Cillessen zijn uitstekende vorm van het afgelopen seizoen niet helemaal wist te behouden, doet Jeroen Zoet, doelman van koploper PSV, dat wel. Hoewel hij evenveel fouten maakt en deze fouten dit seizoen zelfs tot tegendoelpunten leiden, is het aantal reddingen dat Zoet per tegendoelpunt verricht meer dan verdubbeld. Elk schot is anders, maar over een heel seizoen gemeten is dat een knappe prestatie van de jonge keeper.
Doelmannen-eredivisie-6
Ook SC Heerenveen hield na het seizoen 2013/14 vertrouwen in doelman Kristoffer Nordfeldt. Dat heeft de Friezen zeker geen windeieren gelegd. Nordfeldt verricht meer reddingen per tegendoelpunt dan gedurende het vorige seizoen, maar belangrijker nog is het uitblijven van fouten. Waar de Zweed het voorgaande seizoen maar liefst vier cruciale fouten maakte, heeft hij dit seizoen pas één keer een tegendoelpunt veroorzaakt.
Doelmannen-eredivisie-7
In Alkmaar wordt het doel al jaren verdedigd door de Costa Ricaan Esteban. Hoewel AZ een goed seizoen beleeft, zijn de prestaties van Esteban niet denderend. Vorig seizoen was hij al debet aan zes tegendoelpunten in 38 wedstrijden. Dit seizoen staat de teller al op drie cruciale fouten na 16 wedstrijden. Ook is zijn percentage geslaagde distributie het slechtst van alle Eredivisiedoelmannen.
Doelmannen-eredivisie-8
Robbin Ruiter is ook dit jaar eerste doelman van FC Utrecht. Zijn aantal reddingen per tegendoelpunt is niet indrukwekkend en bovendien lager dan in het seizoen 2013/14. Toch boekt Ruiter winst in zijn stabiliteit, want waar hij afgelopen seizoen nog twee tegendoelpunten inleidde, staat de teller dit seizoen nog op nul.
Doelmannen-eredivisie-9
SC Cambuur doet het sinds de Eredivisie-intrede in 2013/14 verrassend goed. Dat is echter niet omdat de Friezen over een ‘geweldige’ doelman beschikken. Leonard Nienhuis verricht dit seizoen nog een halve redding minder per tegendoelpunt, krijgt nog geen zestig procent van zijn distributie bij teamgenoten en maakt regelmatig ingrijpende fouten.
Doelmannen-eredivisie-10
Al sinds het seizoen 2007/08 wordt het Bredase doel verdedigd door Jelle ten Rouwelaar. Hij groeide uit tot een behoorlijke clubkeeper en mocht zelfs ruiken aan het Nederlands elftal. Deze statistiek maakt pijnlijk duidelijk dat de gloriejaren ver achter hem liggen. Minder reddingen per tegendoelpunt, maar vooral een waslijst aan cruciale fouten, dat het toch al kwakkelende NAC Breda dit seizoen zes tegendoelpunten heeft gekost.
Waar NAC haar clubicoon nog niet gepasseerd heeft, is er zowel voor als tijdens dit seizoen een aantal clubs geweest dat een keeperswissel wél noodzakelijk achtte. In de volgende tabellen worden deze nieuwe doelverdedigers vergeleken met hun voorvangers en zal blijken of zij daadwerkelijk een verbetering blijken te zijn.
Doelmannen-eredivisie-11
Met afstand de meest spraakmakende keeperswissel was die van Feyenoord. De Rotterdammers kochten Kenneth Vermeer, tweede doelman van Ajax, weg uit Amsterdam omdat ze niet voldoende vertrouwen hadden in Erwin Mulder. Waar Vermeer dit seizoen af en toe de hemel in geprezen werd, vertellen de statistieken toch een ander verhaal. Qua reddingen per tegendoelpunt en distributie ontlopen de twee doelmannen elkaar nauwelijks, maar Vermeer maakt in 21 wedstrijden al vier fouten, waarvan drie cruciaal. Mulder kan wat dat betreft een geweldige statistiek overleggen. Hij bleef volgens de statistieken van Opta het gehele seizoen 2013/14 defensief ‘foutloos’.
Doelmannen-eredivisie-12
FC Twente begon het seizoen hetzelfde als ze het vorige waren geëindigd: met Nick Marsman tussen de palen. Na 15 wedstrijden werd hij echter gepasseerd ten faveure van Sonny Stevens. Hoewel Stevens pas negen wedstrijden keept en het dus te vroeg is voor een definitief oordeel, valt wel op dat hij tot nu toe geen cruciale fouten heeft gemaakt. Wel blijkt uit de tabel dat Marsman zijn vorm van 2013/14 kwijt was. Waar hij in het gehele voorgaande seizoen drie maal defensief blunderde, had hij voor datzelfde aantal in 2014/15 slechts 15 wedstrijden nodig.
Doelmannen-eredivisie-13
Peter Bosz vond het dit seizoen na 11 wedstrijden tijd tweede doelman Eloy Room de kans onder de lat te geven. Tot nu toe maakt Room het vertrouwen van zijn trainer volledig waar, want buiten het feit dat zijn distributie minder accuraat is dan die van Velthuizen, kan Room verder uitstekende statistieken overleggen. Zo verricht hij ruim een redding per tegendoelpunt meer dan Velthuizen en is hij dit seizoen bovendien nog ‘foutloos’.
Doelmannen-eredivisie-14
In het hoge Noorden werd afgelopen zomer al besloten een nieuwe doelman de kans te geven. FC Groningen nam afscheid van Marco Bizot en zette Sergio Padt tussen de palen. Een slimme zet van de Groningers, want Padt is dit seizoen in de opzichten die we behandelen in dit artikel zijn voorganger de baas. Het belangrijkste verschil is het aantal fouten. Waar Bizot vorig seizoen nog verantwoordelijk was voor vier tegendoelpunten, is Padt dit seizoen nog vrij van defensief geblunder.
Doelmannen-eredivisie-15
Ook in Den Haag heeft men waarschijnlijk geen spijt van de keeperswissel. ADO trok de Deense doelman Martin Hansen aan en die doet eigenlijk alles iets beter dan zijn voorganger Coutinho. Vooral het aantal cruciale fouten spreekt in het voordeel van Hansen, die dit seizoen weliswaar twee maal defensief in de fout ging, maar dat nog niet hoefde te bekopen met een tegendoelpunt.
Doelmannen-eredivisie-16
Door de late transfer van Kenneth Vermeer naar Feyenoord haalde Ajax Diederik Boer, de doelman van PEC Zwolle, als reservedoelman binnen. De Zwollenaren reageerden door Warner Hahn te huren van Feyenoord en dat bleek geen onverstandige beslissing. Hahn verricht iets minder reddingen per tegendoelpunt dan Boer, maar blijkt een betrouwbare doelman die niet veel defensieve fouten maakt.
Doelmannen-eredivisie-17
Go Ahead Eagles heeft sinds de terugkeer in de Eredivisie geen vaste nummer één gehad. Vorig seizoen verdeelden huurlingen Stephan Andersen en Eloy Room de doelverdediging. Dit seizoen begon Cummins als eerste doelman, maar hij is inmiddels gepasseerd door wederom een huurling: Mickey van der Hart. Hoewel van der Hart een vreselijk polletje tegenkwam in de wedstrijd tegen zijn werkgever Ajax, kan hij wel met afstand de meeste reddingen per tegendoelpunt overleggen. Omdat alle vier de doelmannen niet erg lang de clubkleuren van Deventer hebben verdedigd, is het verder lastig conclusies trekken. Overigens is het aantal reddingen per tegendoelpunt van Stephan Andersen (1,04) erg karig.
Doelmannen-eredivisie-18
Bij Heracles Almelo bevond men zich in dezelfde situatie als PEC Zwolle. De eerste doelman, Remco Pasveer, vertrok als reservedoelman naar PSV, waardoor de Heraclieden Dennis Telgenkamp promoveerden tot eerste keeper. Zijn statistieken zijn niet denderend: zijn aantal reddingen per tegendoelpunt is het slechtst van alle Eredivisiekeepers. Het komt dan ook niet als verrassing dat trainer John Stegeman Telgenkamp weer naar de reservebank heeft gewezen en Bram Castro het de komende wedstrijden mag laten zien.

Resumé

Statistieken zeggen natuurlijk niet alles. Elke redding is anders, elk schot op doel is anders. Toch geven deze statistieken gezamenlijk een aardig beeld van het keepersgilde der Eredivisie. Zeker de vergelijking met het seizoen 2013/14 levert interessante resultaten op. De teloorgang van Jelle ten Rouwelaar of het structureel druistige keeperswerk van Esteban. Erwin Mulder die statistisch zijn gram haalt ten opzichte van de geromantiseerde Kenneth Vermeer. De nieuwe doelmannen in Arnhem en Groningen, die het gelijk van hun trainer bewijzen door solide te presteren.
Dit onderzoek heeft uiteindelijk ook zijn beperkingen, zoals bijvoorbeeld de kwaliteit van schoten en de kwaliteit van de reddingen. Daarom is het onmogelijk om een eindoordeel te vellen over de prestaties van een keeper. Hoe dan ook, hoewel hun prestaties niet altijd even gemakkelijk meetbaar zijn, zullen de statistieken blijven helpen de doelmannen zo objectief mogelijk te beoordelen.
Data in dit artikel via Opta en verzameld via Whoscored.com en Squawka.com.

Beoordeel deze post
Er zijn reacties op dit artikel
Laat reacties zien Hide comments
Comments to: Eredivisiedoelmannen: een interim-rapport
  • 26 februari 2015

    Leuk artikel met deze benadering! Als ik even focus op de keeper die ik het meeste live aan het werk zie, Robbin Ruiter, dan ben ik toch nog positief verrast. Ik vind Ruiter namelijk ogenschijnlijk te weinig progressie maken. Vorig seizoen had hij een paar kapitale blunders; dat is dit seizoen tot op heden niet. Maar de zekerheid die hij in zijn eerste seizoen uitstraalde, is weg.
    Met dit artikel in mijn achterhoofd zou het best eens kunnen dat Ruiter vooral soberder is gaan keepen. En als het minder loopt, dan is dat een prima aanpak.

    Reageer
    • 27 februari 2015

      Dank voor de reactie en het compliment! Ik ben het met je eens dat Ruiter in zijn beginperiode de meeste indruk maakte, hoewel dat ook met zijn voorgangers Rob van Dijk (die al dik 40 was) en Roberto Fernandez (gehuurd van Racing Club) te maken gehad kan hebben. Overigens incasseert FC Utrecht dit seizoen gemiddeld bijna precies evenveel tegendoelpunten per wedstrijd als gedurende het vorige: 45 tegendoelpunten in 24 wedstrijden, vorig seizoen 65 tegendoelpunten in 34 wedstrijden. Misschien zit de grootste progressie die Robbin Ruiter nog kan maken in zijn ervaring, want ik geloof dat hij op technisch gebied (reflexen, sprongkracht etc.) zijn maximale kwaliteit wel heeft bereikt.

      Reageer

Reageer op Arnold JanssenReactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *