‘Wie het in het jeugdvoetbal heeft over tactiek en het voorkomen van balverlies snapt er niets van. Een jeugdspeler hoeft maar twee dingen te ontwikkelen: een perfecte techniek/balbeheersing en een winnaarsmentaliteit.’
Dat is de mening van Wiel Coerver.
Bij het grote voetbalpubliek een relatief onbekende naam. Dat blijkt wanneer Voetbal International een lijst maakt met de vijftig meest invloedrijke Nederlanders in het betaalde voetbal. Waar Johan Derksen en Valentijn Driessen hoge eindklasseringen hebben, wordt de naam van Coerver niet genoemd.
Onterecht, want hij kreeg niet voor niets de bijnaam ‘de Einstein van het voetbal’.

‘In het mondiale topvoetbal gaat het om die voetballers die met goals, assists en het creëren van kansen hét verschil kunnen maken. Dat verschil maken, dat heeft Coerver trainbaar gemaakt’ – René Meulensteen, Coerver-adept

Trainingsmethodiek Wiel Coerver

De Coervermethode is één van de bekendste trainingsmethodieken in het jeugdvoetbal. Het idee is dat techniek de basis is van alle aspecten van het voetbal en dus ook in iedere oefenvorm centraal moet staan. Het gaat hier om techniek in iedere actie van het voetbal.
Zo is het volgens Coerver (later meermaals herhaald door Johan Cruijff) van belang dat een speler tweebenig is. Dat komt neer dat een speler met beide benen in staat is om te passen en trappen met binnenkant voet, wreef en buitenkant voet.
Wanneer een speler dit beheerst kan hij dus op zes verschillende manieren een bal trappen. Een kwaliteit die slechts een handjevol spelers in het huidige profvoetbal beheerst. Volgens Coerver komt dit simpelweg omdat er niet genoeg op getraind wordt. Herhalen is hierin de sleutel tot succes om voetballers deze kwaliteit eigen te maken.
Coerver vindt het tactische aspect, waar trainers over het algemeen veel aandacht aan besteden, overdreven. Zijn idee is dat wanneer de tien veldspelers technisch vaardiger zijn dan hun directe tegenstander en de wil om te winnen aanwezig is, tactiek van ondergeschikt belang is.
Het passeren van een tegenstander is het stokpaardje van de Coervermethode.
Neem Frenkie de Jong. Het is eeuwig zonde dat Wiel Coerver (in 2011 op 86-jarige leeftijd overleden) hem nooit heeft zien voetballen. De middenvelder bezit elke kwaliteit die je volgens Coerver moet hebben als voetballer. Ook als achterste man zoekt hij zijn tegenstander op, passeert met een lichaamsschijnbeweging en steekt vervolgens het halve veld over.
Het lef wat hij hierin toont, in combinatie met zijn buitengewone balbeheersing maakt hem tot een ideale Coerver-speler.
Analist Kenneth Perez kan zijn ogen bijna niet geloven als hij Frenkie de Jong voor het eerst ziet voetballen:

Het feit dat maar weinig spelers de kwaliteit van passeren beheersen, heeft te maken met de manier van opleiden, volgens de Limburger.
Jonge voetballertjes maken vaak kennis met voetbal op straat of trapveldjes. Hierin hebben ze veel balcontacten en zoeken ze met passeerbewegingen constant tegenstanders op. Wanneer ze dan in de jeugd komen bij een BVO wordt dit grotendeels afgeleerd door jeugdtrainers, vaak met de reden balverlies zoveel mogelijk te voorkomen en wedstrijden te winnen.
Hierdoor ontstaat een wat Coerver noemt ‘angstcultuur’, waarin jonge voetballers de bal sneller afspelen in plaats van hun directe tegenstander constant op te zoeken. Frenkie de Jong heeft zelf aangeven dat hem in de jeugd meermaals is verteld dat hij de bal echt eerder af moet spelen.
Wat overblijft zijn jeugdspelers die vrijwel nooit hebben leren passeren onder druk en deze essentiële kwaliteit niet beheersen, met uitzonderingen van enkele natuurtalenten.
Een gemiste kans, omdat spelers die tegenstanders opzoeken en passeren juist de spelers zijn die het verschil maken.
Coerver in 2009: ‘Kijk naar Duitsland. Het Duitse voetbal kent zes miljoen geregistreerde leden. Daarvan is er niet één die uitblinkt in het passeren een tegenstander. Het wordt ze gewoon niet aangeleerd.’

‘Het Duitse voetbal kent zes miljoen geregistreerde leden. Daarvan is er niet één die uitblinkt in het passeren een tegenstander. Het wordt ze gewoon niet aangeleerd’ – Wiel Coerver, 2009

Volgens Coerver moeten meer jeugdspelers dus aangemoedigd worden om te passeren in de jeugd.
Hierin is het didactiek als volgt: laat spelers op de training kennismaken met een passeerbeweging. Vervolgens gaan spelers thuis (als een soort huiswerk) eindeloos met de beweging in de weer en oefenen ze de beweging tot ze het in perfectie beheersen.
Deze derde stap is cruciaal in dit leerproces. Zeker nu talenten minder tijd doorbrengen op trapveldjes. Het aanleren van een passeerbeweging (en dus het ontwikkelen van het balgevoel) is een kwestie van herhaling.
Vervolgens brengen ze het in de wedstrijd in de praktijk. Hierin moet balverlies niet bestraft worden. De tegenstander moeten juist een stimulans zijn om acties te maken en te passeren.
stappen wiel coerver

Pyramidestelsel

Om de theoretische ideeën van de Coervermethode beter over te brengen is er een piramide opgesteld. De zes lagen staan voor de zes essentiële kwaliteiten die je als voetballer moet hebben.
Het is zo opgedeeld dat je pas aan de volgende laag kunt beginnen als je de kwaliteiten van de huidige laag volledig bezit.
De onderste laag is de basis voor een voetballer. De bovenste laag komt pas later stadium in beeld.

pyramidestelsel wiel coerver
THE PYRAMID OF PLAYER DEVELOPMENT

Blauw: Ball mastery (balbeheersing). Volgens Coerver hét fundament voor iedere voetballer. Balbeheersing in combinatie met controle over het lichaam leggen de basis voor de volgende facetten in de pyramide.
Oefeningen worden in deze fase louter met bal uitgevoerd, het liefst alleen zodat een speler het maximaal aantal balcontacten heeft. Bewegingen worden aangeleerd met beide benen. Een speler moet vertrouwd raken met de bal, het liefst op een zo jong mogelijke leeftijd.
Oefeningen die bij deze fase passen:

Groen: Receiving + passing (aannemen en passen). Hierin leren spelers met beide benen een pass geven. Niet alleen met de binnenkant, ook de technieken van buitenkant voet en de wreef worden aangeleerd. Uiteindelijk moet een speler comfortabel raken met drie manieren van trappen : binnenkant voet, wreef, buitenkant voet (met zowel links als rechts).
Spelers leren ook de ‘first touch’ aan. Het is essentieel in het voetbal om de bal zo snel mogelijk speelklaar te hebben. Oefeningen worden voornamelijk in kleine groepjes uitgevoerd om spelers veel te laten aannemen en passen.
Oefeningen die bij deze fase passen:

Rood: 1vs1 attack + defence. De ideale Coerver-speler kan een tegenstander passeren. De manieren waarop dit kan, komen in deze fase aan b. Spelers leren passeerbewegingen aan als de Zidane, de akka en de dubbele schaar. Het gaat hier uiteraard over functionele manieren van passeren, geen cirque du soleil-kapriolen.
Ook het verdedigende aspect komt in deze fase aan bod. Nadruk ligt hierin op lichaamshouding tijdens de 1vs1-duel, het uitvoeren van slidings en tackles en het verdedigend koppen. Er worden in deze fase veel 1-tegen-1 duels uitgevochten, waarin onbewust ook de creativiteit van spelers wordt gestimuleerd.
Oefeningen die bij deze fase passen:

Geel: Speed. Hier gaat het om snelheid en voetenwerk. Spelers leren versnellen met de bal aan de voet. Eén van Cruijffs grootste wapens om binnen een versnelling te versnellen, komt hierin ook aan bod. Dit is tevens de enige stap waarin oefeningen niet alleen met bal worden uitgevoerd.
Oefeningen die bij deze fase passen:

Turquoise: Finishing. De kwaliteiten die nodig zijn om te scoren worden aangeleerd. Naast kijkgedrag (waar staat de goal, de keeper, medespelers) gaat het om de technieken om te scoren (schieten, koppen, stiften).
Net als bij de receiving + passing worden spelers in oefeningen uitgedaagd met beide benen te gebruiken. Ook de creativiteit van afmaken wordt gestimuleerd.
Oefeningen die bij deze fase passen:

Oranje: Group play. Dit zijn (kleine) partijspelen waarin alle eerdere facetten samenkomen. Bijkomend voordeel is de grotere druk en tegenstand. Dit is eigenlijk de eerste keer dat het samenspel met medespelers een rol gaat spelen. Maar Coerver is van mening: je moet een individu eerst technisch perfect maken voordat hij collectief kan uitblinken.
In deze laatste fase wordt ook winnaarsmentaliteit gekweekt; essentieel voor een speler die de top wil bereiken.

Je moet een individu eerst technisch perfect maken voordat hij collectief kan uitblinken – Wiel Coerver

Inspirerend

Dankzij zijn onaflaatbare passie en inzet voor het opleiden heeft Coerver diverse groep (jeugd)trainers geïnspireerd. Aan hen de taak het gedachtegoed in leven te houden.
Eén van Coervers fanatieke adepten is René Meulensteen. Hij bracht Coervers theorie jarenlang in de praktijk bij Manchester United. Eerst als technisch coördinator van de jeugdopleiding, waarin hij dagelijks werkte met talenten als Marcus Rashford, Brandon Williams en Mason Greenwood.
Later als assistent van Sir Alex Ferguson bij het eerste elftal. In deze periode kregen spelers als Cristiano Ronaldo en Wayne Rooney te maken met de typische Coerver-oefeningen. Net als zijn leermeester was Meulensteen er namelijk van overtuigd dat het ontwikkelen van techniek niet alleen iets is voor jeugdspelers.
Meulensteen en Furguson over Coerver:

Onder de jonge generatie trainers is de aansluiting met de leer van Coerver kleiner. Pepijn Lijnders is één van de weinige uitgesproken Coerver-aanhangers van die generatie.
De rechterhand van Jürgen Klopp noemt Coerver een grote inspiratiebron. Volgens hem wordt de Coervermethode onterecht bestempeld als ouderwets. Lijnders: ‘De ruimtes zijn kleiner en het tempo is omhoog gegaan.
Spelers moeten nu dus nóg technischer worden’.
Liverpool blinkt uit in de ‘gegenpress’ en jaagt tegenstanders in fases over het hele veld af. Gek genoeg is het indrukwekkende uithoudingsvermogen van de selectie niet te danken aan zware duurlopen of coopertesten.
Lijnders gelooft namelijk heilig in het idee van Coerver dat ook de conditietraining mét bal moet. ‘Want een stopwatch heeft nog nooit een speler beter gemaakt’, aldus de Limburger. Met bal wordt conditietraining leuker voor spelers en verbetert het hun techniek, ook als ze vermoeid raken.
Het uithoudingsvermogen die nodig is voor de ‘gegenpress’ is dus ook te danken aan de oefeningen van de Coerver.

pepijn lijnders stopwatch
Pepijn Lijnders: ‘een stopwatch heeft nog nooit een speler beter gemaakt.’

Jeugdopleidingen

Ajax loopt in Nederland al jaren voorop als het gaat om de Coervermethode. Het gaf als eerste club de jongste jeugdspelers huiswerk mee. Dit hield in dat spelers in de tuin of op een trapveldje aan de slag moesten met hun techniek. Dit was naast de techniektraining die ze al kregen op de club.
Het moest zorgen voor een optimale balbeheersing. Spelers die vanuit de jeugd van Ajax doorbreken hebben dan ook vrijwel altijd een uitstekende techniek en passeren makkelijk. Debutanten uit de opleiding van dit seizoen (Jurriën Timber, Sontje Hansen en Naci Unuvar) zijn spelers die de vruchten hebben geplukt van eindeloze Coerveroefeningen en een bovengemiddelde techniek hebben.
Ook de hyper-innovatieve jeugdopleiding van AZ past de oude Coervermethode toe. In de jeugdopleiding van AZ streeft het naar Champions League-niveau. Om dit te bereiken heeft het allerlei mogelijkheden.
Er wordt geregeld gespeeld met kleinere ballen en trainingen vinden plaats op verschillende ondergronden (lang gras, steen, zand).
Paul Brandenburg, hoofd jeugdopleiding van AZ, zegt hierover: ‘Neem de motorische vaardigheden: dat doen we in de vorm van spelletjes, met impliciete oefenvormen. Waardoor ze spelenderwijs beter leren sprinten of wenden en keren. Tactiek is in de onderbouw sowieso een verboden woord.
Om impliciet de technische vaardigheden te ontwikkelen heeft het meerdere mogelijkheden. Zo is er op het jeugdcomplex een pannakooi, een voetvolley veld en een vandveld waar er beachvoetbal gespeeld kan worden.
jeugdopleidingen coerver
Om in de toekomst als land technisch tot de top van Europa te (blijven) horen, is het belangrijk talenten door middel van de Coervermethode op te leiden.
Coervers gedachtegoed over tactiek gaat wellicht wat ver, maar de essentie klopt wel: uiteindelijk is de basis van opleiden het verbeteren van de techniek en de balbeheersing.
De rest komt pas in een later stadium.

5/5 - (3 stemmen)
Er zijn reacties op dit artikel
Laat reacties zien Hide comments
Comments to: Wiel Coerver: Trainingsleer van ‘de Einstein van het voetbal’
  • 4 juni 2020

    Goed stuk, echter mijn zoon traint al jaren met plezier bij Coerver Coaching Nederland.
    Jammer dat deze vervolg stap mist kijk op http://www.coervercoaching.nl .

    Reageer
  • 4 juni 2020

    Beste Max,
    Wat leuk om te lezen hoe jij met heel veel enthousiasme de coerver coaching methode toelicht.
    Met vriendelijke sport groeten,
    Rainel Woerdings
    Directeur Coerver Coaching Nederland

    Reageer

Reageer op Rainel WoerdingsReactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *