1. Buitenlands voetbal

Positie Kiezen: Oranje kan opnieuw een structurele topploeg worden!

In de Eredivisie-loze weken wordt er geen ‘Eredivisie in Cijfers’ gepubliceerd. In plaats daarvan verdedigt een van onze redacteuren een positie over een belangrijk onderwerp binnen de voetbalwereld. Na zijn betoog neemt een andere redacteur de tegenpositie in en valt hij de stelling aan. Net als bij een voetbalwedstrijd is de rol van het publiek groot! Graag ontvangen de redacteuren via de comments steun voor hun posities. Na de eerste editie over verdeling van de televisiegelden luidt deze week de stelling: Oranje kan opnieuw een structurele topploeg worden!

De Verdediger

Het is geen nieuws dat het bergaf gaat met het Nederlands elftal en het Nederlands voetbal in het algemeen. Zo staat Nederland tussen de Verenigde Staten en Egypte 29e op de bekritiseerde wereldranglijst van de FIFA. Hiermee staan we ver achter op landen als Noord-Ierland, Costa Rica en Peru. Iets betrouwbaarder is de Elo ranking waar we 16e staan. In 2014 stonden we nog enkele dagen eerste op deze lijst.
Belangrijker dan deze rankings is het Nederlandse onvermogen om zich te kwalificeren voor eindtoernooien. We eindigden vijf punten achter de derde plaats tijdens de kwalificatie voor het EK 2016, en ook het kwalificatietoernooi voor het WK 2018 is geen succesverhaal. Het valt niet te ontkennen dat het Nederlands elftal is afgegleden, en dat de vrije val waarschijnlijk nog niet voorbij is. Natuurlijk heeft ieder land goede en minder goede jaren, maar zó slecht is geen toeval/variantie meer.
Doemdenkers claimen dat het met het niveau van het Nederlands elftal niet meer goed gaat komen. Dit klopt echter niet. Hoewel er nu iets moet gebeuren, kan Nederland opnieuw een structurele topploeg worden.
Voordat ik hier argumenten voor geef is het van belang om de term ‘structurele topploeg’ te definiëren. Een structurele topploeg is gedurende een periode van minstens tien jaar op alle eindtoernooien (EK’s en WK’s) aanwezig, en is op al deze toernooien favoriet of een gevaarlijke outsider. Binnen Europa zijn Duitsland, Frankrijk en Spanje sowieso structurele topploegen en over Engeland, Italië en Portugal valt te debatteren. Landen als België (nu) en Denemarken (begin jaren 90) tellen echter op basis van definitie niet als structurele topploegen. Hun successen lijken/zijn toe te schrijven aan incidentele goede generaties.
Nederland heeft als gevallen topploeg momenteel nog de fundamenten om opnieuw op te bouwen. Deze fundamenten zijn: reputatie, locatie, inkomen en cultuur. Deze pijlers zullen individueel besproken worden, en er zal aangegeven worden hoe elke pijler kan bijdragen aan het herstel van het Nederlands elftal.

Reputatie

Met drie WK-finales en een Europees kampioenschap heeft het Nederlands elftal internationaal prestaties neergezet die nog niet zijn vergeten. In het buitenland heerst daarom verbazing dat het Nederlands elftal het zo slecht doet. Hetzelfde geldt voor Nederlandse spelers. Johan Cruyff, Marco van Basten en Dennis Bergkamp zijn nog niet vergeten.
Buitenlandse clubs willen nog steeds de volgende Nederlandse topspeler halen. Met name spelers van Ajax zijn wat dat betreft in trek. Dit is ook gebaseerd op de prestaties van Nederlandse clubs. Wat dat betreft is de finaleplaats van Ajax in de Europa League van afgelopen seizoen ook erg belangrijk geweest. Kortom, het Nederlands voetbal heeft nog een aura van kwaliteit en succes.
Kwaliteit trekt kwaliteit aan. Voor veel talentvolle spelers in het buitenland is Nederland nog steeds een aantrekkelijk land om te spelen. Zij willen leren van de Nederlandse kunde. Door het aantrekken van buitenlandse kwaliteit kan de Eredivisie sterker worden, en krijgen de Nederlandse spelers meer tegenstand. Hierbij moet worden opgemerkt dat de Nederlandse jeugdspelers momenteel veel kansen krijgen in de Eredivisie. Hoewel dit misschien iets minder kan en moet, is dit iets waar het Nederlands elftal baat bij heeft. De reputatie van het Nederlands voetbal moet daarom vooral kwaliteit uit het buitenland (blijven) halen, maar niet per se een erg hoge kwantiteit.
Aan de andere kant zijn de betere Nederlandse spelers nog interessant in Europa. De beste spelers uit de Eredivisie krijgen mede door het prestige van het Nederlands voetbal nog steeds kansen in de Europese topcompetities. Hierdoor kunnen onze topspelers bijleren zodra ze in Nederland zijn uitgeleerd.
Ik schreef echter dat het Nederlands voetbal nog een positief imago heeft. Dit imago brokkelt steeds verder af. Hierdoor moet het voor Nederland nu gebeuren. Anders hebben onze topclubs binnenkort dezelfde status als een Rode Ster Belgrado (winnaar Europacup 1 in 1991), Steaua Bucharest (1986) en Celtic (1967); roemruchte clubs uit het verleden die nu internationaal niet veel meer te betekenen hebben. Voor het Nederlands elftal geldt hetzelfde; als we niet oppassen zijn we binnenkort net zo indrukwekkend als Hongarije (twee finales op het wereldkampioenschap).
Dan kunnen we de buitenlandse talenten niet meer naar Nederland halen, en onze eigen toppers niet meer aan topcompetities verkopen.

Locatie

De aftakeling van het Nederlands elftal heeft meerdere oorzaken. De wet van de remmende voorsprong heeft gezorgd voor een onterecht nonchalante attitude ten opzichte van technische en tactische ontwikkelingen. Wij hadden het immers allemaal met het totaalvoetbal en de Hollandse school bedacht. Daarnaast hebben we een mindere generatie spelers. Hierdoor zijn we links en rechts voorbijgestreefd.
Een dergelijke achterstand valt echter in te halen. Technische en tactische achterstand is een gebrek aan kennis, en kennis valt aan te leren/werven. Silicon Valley groeide dankzij de korte lijntjes tussen de entrepreneurs en programmeurs. Hierdoor konden ze makkelijk van elkaar leren en met elkaar samenwerken. Daarom is onze locatie midden tussen de Europese toplanden van essentieel belang. Wij kunnen mensen met expertise zoals Thomas Tuchel invliegen om van hem te leren. Landen in de periferie zoals Japan of Colombia hebben die luxe niet.
Een paar voorbeelden:

  • Red Bull Salzburg won afgelopen seizoen de UEFA Youth League. Bestuurders van Nederlandse clubs kunnen binnen een paar uur in Oostenrijk zijn om met de mensen achter deze successen te praten.
  • Pepijn Lijnders wil in Nederland werken. Hij heeft in Engeland en Portugal als jeugdtrainer gewerkt, en is nu assistent van Jürgen Klopp bij Liverpool. Dat hij hier wil komen werken is een nationaliteitsvoordeel, geen locatievoordeel. Wel is het een voordeel dat de KNVB kan hem tijdens een interlandperiode makkelijk kan vragen naar Nederland te komen om adviezen te geven. Dit kan ook anders. Bij Arsenal is bijvoorbeeld de Amerikaan Shad Forsythe head of performance. Echter, door de reisafstand/-tijd is het veel lastiger voor hem om even terug te vliegen om de Amerikaanse bond te helpen.
  • België is ons zowel op club- als op landniveau voorbij. In plaats van binnen onze landsgrenzen de discussie te voeren of de Belgische competitieopzet nu heeft geholpen of niet kunnen wij de auto pakken en het de Belgische bestuurders zelf vragen.

Natuurlijk hebben andere landen ook buren met expertise, maar er is geen enkel land met structurele problemen die een betere ligging heeft dan Nederland. Nederland kan en moet daarom een hotspot worden voor voetbalkennis en innovatie.

Inkomen

Gerelateerd aan onze gunstige ligging is ons inkomen per hoofd. Natuurlijk kent iedereen de verhalen over Braziliaanse of Afrikaanse voetballers die succesvol zijn geworden omdat voetbal het enige is dat ze hadden, en het hun beste kans was om armoede te ontvluchten. Het is echter om twee redenen te kort door de bocht om te zeggen dat armoede goede voetballers voortbrengt.
Als eerste is er sprake van survivorship bias: we horen wel de verhalen van de succesvolle voetballers, maar al die miljoenen jongetjes die dezelfde achtergrond hebben en die het niet redden, die horen we niet.
Ten tweede heeft iedereen bepaalde faciliteiten nodig om te slagen. Zwart-wit gesteld, in Afrika spelen kinderen soms met een lekke bal omdat er geen alternatief is, terwijl kinderen op voetbalclubs hier een nieuwe bal uit het ballenhok kunnen halen als er toevallig één in een boom vliegt. Dit voordeel is echter breder.
Zo’n vlucht naar Salzburg uit het vorige stuk is niet gratis, maar gelukkig zijn die investeringsmogelijkheden in Nederland aanwezig. Dankzij ons inkomen per hoofd kan Nederland productiever zijn in het opleiden van talent.

Oranje structurele topploeg 1
Figuur 1: Relatie inkomen en voetbal Elo op basis van data 2017

De bovenstaande Figuur 1 geeft dit ook weer. De blauwe trendlijn laat zien dat als inkomen per hoofd (bron: IMF) toeneemt, de Elo van een land ook toeneemt. Natuurlijk is inkomen niet de enige verklarende variabele. Rechts op de figuur liggen bijvoorbeeld enkele rijke oliestaten die bijvoorbeeld de voetbalcultuur missen. Dit leidt ons tot de laatste pijler.

Cultuur

Voetbal is in Nederland volkssport nummer één. De Koninklijke Nederlands Voetbal Bond heeft meer leden dan de op één en twee na grootste sportbonden (tennis en sportvissen) bij elkaar (bron: NOC*NSF). Dit zorgt voor aanwas van nieuwe spelers. Hierbij is de bevolkingsdichtheid een extra voordeel, aangezien deze aanwas (lees: jeugd) makkelijk tegenstanders van gelijk niveau kunnen vinden, en sneller kunnen verbeteren.
Daarnaast zorgt deze grote ledenbasis ook voor interesse in en maatschappelijke relevantie van de sport. Deze aandacht zorgt voor een drive die de sport sterker maakt. Vergelijk het aantal voetbalwebsites met het aantal (amateur) journalisten met aandacht voor bijvoorbeeld uitgeverijen. Door deze constante aandacht voor voetbal is er meer feedback op beleidsontwikkeling door voetbalclubs en bonden. In landen met een mindere voetbalcultuur is een dergelijke aandacht afwezig, en hoeven voetbalbestuurders minder verantwoording af te leggen voor hun keuzes.

Conclusie

Het Nederlands elftal heeft de mogelijkheden om terug te komen op topniveau. Echter, er moet nu iets veranderen. Geen van de bovenstaande factoren is uniek voor Nederland. Nederland is wel het enige land dat al deze factoren kan combineren, naast de landen die al wél structureel in de Europese en mondiale voetbaltop zitten.
Deze factoren brokkelen voor een deel echter af. Zoals beschreven verandert onze reputatie als sleeping giant naar een reputatie als has been. Zodra dit proces onomkeerbaar is, is het permanent klaar met het Nederlands voetbal. Zeker aangezien dit ook onze voetbalcultuur aantast.
Als het Nederlands voetbal niets meer voorstelt, dan kunnen één of twee Nederlandse toptennissers er voor zorgen dat veel kinderen zich op tennissen gaan richten in plaats van voetbal. Aangezien de jeugd de toekomst heeft, zou hiermee de hoop op herstel verdwijnen.
Wat er exact moet gebeuren vraagt een veel langer artikel. De twee kernpunten zijn echter als volgt:

  • Het besef moet bij voetbalbestuurders binnendringen dat we op elk vlak (technisch, tactisch, fysiek, begeleiding, scouting, enzovoorts) achter liggen op de elite.
  • Clubs en bonden moeten open staan voor vernieuwing, een lange termijn visie innemen, en zeker op korte termijn voorbij het eigenbelang kijken. Denk hierbij aan competitiehervormingen, televisiegeld verdelingen, maar ook aan laptoptrainers, sportwetenschappers en data analisten.

Met deze veranderingen kunnen we langzaamaan onze talentontwikkeling verbeteren. De talenten kunnen zich vervolgens ontwikkelen in een sterkere competitie. En op het moment dat ze geen talenten maar topspelers zijn kunnen ze Nederland weer favoriet maken op Europese en mondiale eindtoernooien.

De Aanvaller

Het leek haast onmogelijk: je niet kwalificeren voor het EK 2016. Toch kreeg het Nederlands elftal dit voor elkaar. Een domper, een tegenvaller. Een incident misschien? Nee daar lijkt het niet op. Het missen van het EK2016 en feit dat Oranje een hogere kans heeft om zich niet te kwalificeren voor het WK2018, dan wel is een probleem, een structureel probleem in mijn ogen.

Verloren generatie

Oranje wist zich tot twee jaar geleden de afgelopen vijftien jaar altijd eenvoudig te plaatsen voor de grote eindtoernooien. Maar dat niet alleen, Oranje wist de afgelopen twee WK’s op rij de halve finale te halen en werd uiteindelijk tweede en derde van de wereld.
Deze successen heeft Oranje met name te danken aan een gouden generatie spelers die tot de absolute wereldtop behoorden. Deze spelers werden ook nog eens aangevuld met spelers die hen complementeerden en zodoende behoorde Oranje voor heel wat jaren tot zeker de beste acht landen van de wereld.
De generatie van Arjen Robben (1984), Robin van Persie (1983), Wesley Sneijder (1984) en Rafael van der Vaart (1983), Nigel de Jong (1984) kreeg lange tijd bijval van de generatie daarvoor met Van Bommel, Van Bronckhorst, v/d Sar en Dirk Kuyt. Later trok de gouden generatie de jongere spelers mee in hun slipspoor, maar ontbrak het bij de generatie ‘86-’88 aan spelers van wereldniveau.
Zo is er een groot gat gevallen na de gouden generatie, die nooit is opgevuld. Grote beloften zoals Royston Drenthe (1987), Ryan Babel (1987), Ismaïl Aissati (1988) en Hedwiges Maduro (1985) hebben nooit de (blijvende) stap kunnen zetten naar de wereldtop, of daar iets onder. Deze generatie spelers werd nota bene Europees Kampioen (u21) in 2006 en 2007 maar hebben het helaas nooit ver geschopt.
En zo ontbreekt het bij Oranje aan een natuurlijke opvolging van een gouden generatie. De generatie die de afgelopen twee jaar en nu op hun top zou moeten zijn, is niet goed genoeg gebleken.

Afhankelijk van generaties

Zo blijkt maar weer dat je als land afhankelijk bent van bepaalde generatie spelers die bijvoorbeeld de potentie hebben om wereldtop te worden. En een klein land zoals Nederland is inmiddels ook afhankelijk geworden van generaties.
Waar Duitsland, Spanje, Italië, Frankrijk en Argentinië uit een onuitputtelijke bron van klasse spelers kunnen kiezen, moet Nederland hopen op een incidentele goede generatie.
Dat Nederland uit een kleinere vijver vist, is natuurlijk altijd al zo. Nederland is een relatief klein land, maar wist zich altijd te onderscheiden op voetbaltechnisch maar ook tactisch vlak. Wie niet de grootste of rijkste is, moet immers iets anders bedenken, innoveren en slimmer zijn dan de concurrentie.
Nederland kon dat decennia lang. En wanneer dit gepaard ging met een gouden generatie (1970-1974, 1988, 1998, 2008-2014) dan konden er mooie dingen gebeuren.

Kennis is macht

In de huidige technologische tijd waar kennis macht is, maar ook overal vandaan te halen is, wordt het voordeel dat je als land kan hebben wat betreft de kennis al een stuk kleiner. Jarenlang hebben we onze concurrenten een inkijkje gegeven in onze keuken. Het gaat wat te ver om te zeggen dat dit onze eigen glazen heeft ingegooid, want kennis delen zou zelf ook wat op moeten leveren.
Nederland en dan met name de KNVB heeft de grote fout gemaakt om niet in andere keukens te kijken. Stilstand is achteruitgang en kennis is macht en de omliggende landen hadden deze kennis ineens ook in handen. Maar zij gingen verder, keken verder en gingen op zoek naar mogelijkheden die voor progressie zorgden.
Het voordeel dat het Nederlandse voetbal had verdween hierdoor en de kennis die onze concurrerende buurlanden hebben, kunnen wij uiteraard op onze beurt weer bij hen ophalen. Maar daarmee halen we ze niet in. En ze zijn ook niet meer structureel in te halen.
Als we ons voordeel niet meer kunnen behalen met aanwezig kennis (kennis: opleiden van coaches, jeugdspelers, tactiek etc), dan moet je kijken waar wel winst in te behalen valt. Financieel is Nederland sterk, de faciliteiten zijn top, maar dat is in alle rijke landen van de wereld (Frankrijk, Engeland, Duitsland) het geval.

Populatie

Het grootste nadeel wat je als land hebt, en waar je niks aan kan doen is de populatie van je land. Nederland is een relatief klein klein en heeft dus ook een relatieve lege kweekvijver. Natuurlijk voetballen er veel mensen in Nederland, maar dat gebeurd in andere landen ook.
Zo is Frankrijk bijvoorbeeld vier keer zo groot als Nederland, en heeft Duitsland bijna vijf keer zoveel inwoners. Kortom, de kans dat daar veel meer goede voetballers, wereldtoppers in spé rondlopen is vele malen groter.

Grote geld in het buitenland

Waar jonge talentvolle voetballers in het verleden tot hun 20e, 21e of soms ouder nog in de Eredivisie bleven, gaan onze grootste talenten nu al vroeg naar het buitenland. Het grote geld, de grote clubs en de Premier League lonkt.
Kan je het de spelers kwalijk nemen? Nee. Is het goed voor het Nederlandse voetbal? Ik denk het niet. Waar spelers in het verleden verzekerd waren van speelminuten in de eredivisie die werd aangevuld met goede buitenlanders of oudere Nederlanders, spelen de grootste jonge talenten nu relatief veel minder minuten.
In een cruciale fase van hun carrière waar stabiliteit belangrijk is, schipperen ze tussen het eerste en tweede elftal of worden aan diverse clubs verhuurd. Waar de spelers uit onze betere generaties in relatieve zekerheid op speelminuten konden vertrouwen zijn onze huidige generatie toptalenten handelswaar en is het afwachten waar zij eindigen.
Het grote nadeel hiervan is dat de eredivisie steeds meer wordt afgeroomd en het type spelers dat hierin groot is geworden, zoals een Van Bommel, Heitinga, Kuyt of Vlaar. Dat type speler zou nu veel minder weerstand in de eredivisie krijgen, waardoor je in een vicieuze cirkel raakt die moeilijk te doorbreken is.
Waar toptalenten uit het buitenland (Ronaldo, Litmanen, Suarez, Ibrahimovic etc.) in het verleden hun weg naar de eredivisie moeiteloos wisten te vinden en vanzelfsprekend het niveau wisten op te krikken, gaan zij nu liever direct naar het grote Engelse geld.
De eredivisie merkt hiervan de gevolgen, en uiteraard ook onze nationale ploeg. Deze ontwikkeling lijkt niet te stoppen en zorgt ervoor dat het Nederlandse voetbal steeds verder achterop raakt.

Conclusie

De tijd dat je als relatief klein land, structureel tot de wereldtop kunt behoren ligt achter ons. Het voetbal evolueert en wie daarin niet mee kan, loopt een grote achterstand op. Incidenteel zullen landen als België, Portugal, Kroatië en ook Nederland hoge ogen gooien op eindtoernooien, maar zullen hierin afhankelijk zijn van een innovatief beleid, maar met name een uitzonderlijke lichting. Zo lang
Het voetbal is aan het professionaliseren, iets wat we in Nederland al tientallen jaren dachten te doen, maar inmiddels dus op achterlopen. Deze achterstand is in mijn ogen niet meer structureel in te halen. Deels door eigen schuld, maar ook zeker deels doordat we gewoon een te klein (voetbal)land zijn.

Scheidsrechtersbal

In het voorgaande is de stelling Oranje kan opnieuw een structurele topploeg worden verdedigd en aangevallen. Graag horen wij nu jullie gedachten hierover. Welke argumenten vinden jullie het meest overtuigend of doorslaggevend? Zijn er belangrijke punten over het hoofd gezien? En natuurlijk, waar ligt volgens jullie nu werkelijk de waarheid? Kan het Nederlands elftal structureel terugkeren aan de top of niet? Reageren kan onder aan dit artikel of via Twitter en Facebook. Wij kijken uit naar jullie input.


Dit artikel is een samenwerking tussen Willem van den Brink & Remon Hendriksen.

3.7/5 - (3 stemmen)
Er zijn reacties op dit artikel
Laat reacties zien Hide comments
Comments to: Positie Kiezen: Oranje kan opnieuw een structurele topploeg worden!
  • 10 oktober 2017

    Interessante stelling en artikel, waarbij ik als optimistische Nederlander voor de stelling ben. Ik geloof erin dat Nederland nog steeds een structurele topploeg kan worden. Maar hierbij moet er wel gedacht worden aan de lange termijn en het probleem moet bij de wortels aangepakt worden. En waar begint het traject van een toekomstige voetbalspeler? Bij de talent identificatie! Deze is momenteel niet goed in Nederland. Het geboortemaand effect is al jaren een bekend fenomeen waardoor menig talent over het hoofd gezien wordt. Daarnaast heb je nog de maturity. Kortom: als je een talentvolle speler bent, maar je ben geboren in december en late mature, dan is de kans groot dat je nooit ontdekt gaat worden. Er is dus nog steeds heel veel talent in ons kleine landje, maar het wordt over het hoofd gezien. En de KNVB doet er tot nu toe niks aan..
    Neem België, dit land heeft ongeveer een half miljoen voetballers die ingeschreven staan bij de KBVB. Maar zij zijn na het mislukte WK 98 opzoek gegaan naar verbetering. Onder leiding van Bob Browaeys is onder andere de talent identificatie aangepakt. Vooral het geboortemaand effect en de maturity. Zij halen dus het maximale uit de vijver waarin zij vissen. Ik noem een Dries Mertens die in een ander land waarschijnlijk afgevallen was, omdat hij te klein was of een Marouane Fellaini, die tot zijn 17e nog bij de amateurs speelde.
    Nederland heeft trouwens ongeveer 1 miljoen voetballers die ingeschreven staan bij de KNVB, 2x zoveel dan de Belgen. Hierdoor geloof ik erin dat België op weg is om een structurele topploeg te worden en dat Nederland dit zeker ook nog kan worden!

    Reageer
  • 15 oktober 2017

    Leuk artikel om te lezen. Tussendelinies website in zn algemeen praat intelligent over voetbal met data die inzichten geven, waar een voetbalclub een voorbeeld aan kan nemen.
    Je haalt een aantal goede punten aan Willem zoals de wet van de remmende voorsprong en hoe clubs en bonden moeten open staan voor vernieuwing. maar gezien je afgestuurd psycholoog bent verbaasd het me dat je het psychologische aspect volledig ongenoemd laat, terwijl dit aan de basis van alle aspecten ligt waar wij bij clubs en het NLs elftal op tekort schieten.
    Wanneer een speler bv niet zijn normale niveau weet te halen, laat staan op zijn top weet te presteren, wat zo vaak bij het Nederlands elftal is gebeurd, dan kan dit niet anders dan op een psychologisch vlak liggen.
    Hoevaak hebben we wel niet gekeken naar het eindeloze rond tikken van de bal achterin en bang terug passen naar de keeper. Er is een mate van angst aanwezig waardoor het brein niet vrijuit kan denken en voor de veilige optie kiest. Is het een gebrek aan ervaring om met een dergelijke druk om te gaan of is het een karaktertrek dat dergelijke spelers niet moedig genoeg zijn?
    Echter, het psychologische aspect is maar een onderdeel, hoewel wel van doorslaggevend effect, maar hier kom ik later op terug.
    Wat mij elke keer weer verbaasd als ik voetbal kijk en de zogenoemde ‘analyses’ in de rust is dat niemand de vinger op de zere plek weet te leggen en kan omschrijven wat er fout gaat. Er wordt zelfs niet eens goed omschreven wat er werkelijk gebeurd is op het veld. Het analyserende vermogen van verslaggevers en analysten is erg laag.
    Waarom vervallen wij ook eigelijk in vragen over de oorzaak als alles in principe gemeten en goed geanalyseerd kan worden. Wanneer er op de juiste wijze gemeten wordt dan kunnen cijfers ons vertellen dat tov top teams:
    – de handelingssnelheid te laag is
    – het meedenken / vrij lopen / positiespel onvoldoende is
    – de fysieke kracht omhoog moet
    – er in verhouding teveel terug of breed wordt gespeeld
    – een gebrek aan creativiteit is
    – een gebrek aan initiatief is
    Al deze aspecten zijn uit cijfers te concluderen. Het lijkt erop dat data niet of niet goed gebruikt wordt door bonden en coaches of men weet simpelweg niet hoe deze aspecten verbeterd moeten worden.
    Wanneer je dergelijke data kent, dan kan je vervolgens gaan kijken waarom hier een gebrek aan is. Waarom hebben Nederlandse spelers zo’n lage handelingssnelheid? Het aanpassen aan competities in Engeland of waar dan ook is enorm. Ligt dat aan te lage weerstand in de NLse competitie? Je kan dan kijken wat de handelingssnelheid is van ploegen in andere competities die van een lager niveau zijn wat je een indicatie kan geven van waar je staat.
    Waarom lijken Nederlandse ploegen vaak zo onzeker op internationaal niveau? Waarom is er een gebrek aan initiatief? Waarom weten spelers niet hun echte niveau te halen? Het is makkelijk om te zeggen dat dat aan een gebrek aan kwaliteit ligt. Hoewel het natuurlijk wel een kwaliteit is om goed om te kunnen gaan met je emoties.
    Deze emoties zijn het psychologische aspect wat aan de grondslag ligt van de wet van de remmende voorsprong. Dit kun je omschrijven als arrogantie.
    De wet van de remmende voorsprong heeft gezorgd voor een gebrek aan zelf verbetering. Door alleen de focus op techniek en positiespel te leggen is er een gebrek ontstaan aan een focus op andere punten die noodzakelijk zijn om te verbeteren zoals een sterke mentaliteit, hoge handelingssnelheid en een goed fysiek.
    Hoewel wij in eerdere generaties gezegend waren met meer talent dan we nu hebben (en we ook toen mentaal niet altijd de sterkste waren) is het ook met een generatie van minder talent mogelijk om een groep neer te zetten met een sterke mentaliteit, een goede handelingssnelheid met een goed fysiek.
    En incidenteel hebben we dit ook al bereikt. Hoe verrassend was het dat we in 2010 de finale hadden bereikt en in 2014 de halve finale en bijna favoriet Argentinie verslagen hadden?
    Analyseer de gemoedstoestand van die teams nu eens vanuit een psycholigisch aspect. Van Marwijk had de wil om te winnen er diep in gekregen en een mannelijke ploeg neergezet die fysiek zijn mannetje stond en zich opofferde voor een ander.
    Van Gaal had een fantastische voorbereiding gedaan en het team super fit gekregen zodat ze langer door konden gaan dan de tegenstander en helderder van geest waren bij het maken van keuzes.
    Dergelijke aspecten zijn cruciaal op top niveau. Coaches zijn degenen die hier het meeste invloed op hebben waardoor je ziet dat alleen de beste teams kunnen winnen die de beste coaches hebben.
    Psychologie is een factor waar nog helemaal niks mee wordt gedaan in het voetbal. Nu wij als Nederland gedwongen zijn innovatief te denken om onze achterstand om te zetten in een voorsprong dan is dit het vlak waar vol op ingezet dient te worden.
    Kijk goed naar de data die je kunt vergaren, deze onderbouwt de fysieke en psychologische veranderingen / verbeteringen die door gevoerd moeten worden en Nederland kan van een arrogante blinde achterloper veranderen in een zelfbewuste ziener die voorop loopt op het strijdtoneel.

    Reageer
    • 16 oktober 2017

      Beste Rene,
      Dank voor je compliment en uitgebreide reactie.
      Voor een deel ben ik het volledig eens met je analyse eens. De psychologische kant van voetbal wordt nog steeds ondergewaardeerd, en hier kan en moet veel meer aandacht aan besteed worden. Dit geldt zowel voor de profs, als voor de jeugd waar misschien meer op een winnaarsmentaliteit gefocust moet worden (zoals bijvoorbeeld bij RB Leipzig gebeurt: https://www.youtube.com/watch?v=qKfTAYNQdW0). Dit psychologische aspect is dan ook één van de aspecten die voor mij valt binnen het advies ‘open staan voor vernieuwing’.
      Het gaat me echter te ver om het psychologische aspect als fundament onder alle problemen (en oplossingen) te zien. Het feit dat sommige spelers bij het Nederlands elftal niet het niveau halen dat ze bij hun club wel halen kan niet alleen toegeschreven worden aan psychologische aspecten. Het ontbreken van een helder en goed tactisch plan en het ontbreken van enkele complementaire technische vaardigheden zijn met de beste wil van de wereld niet te compenseren.
      Daarnaast is het lastig om psychologische problemen met data aan te tonen. Met de juiste data handelingssnelheid, gemaakte kilometers en positiespel inzichtelijk gemaakt kunnen worden. Echter, waar jij (voor een deel terecht) deze tekortkomingen aan psychologie toeschrijft, kunnen deze ook bijvoorbeeld verklaard worden door gebrekkige coaching. Die onderliggende verklaring is niet met data vast te stellen. Wel ben ik het met je eens dat het er op lijkt dat de KNVB veel te weinig met de beschikbare data doet.
      Daarnaast zijn interlands relatief zeldzaam, waardoor de data per speler in het Nederlands elftal beperkt is. Hierdoor valt het voor individuen moeilijk om vast te stellen of een prestatie die slechter is dan bij zijn club te wijten is aan de problemen bij het Nederlands elftal, of gewoon aan vorm.
      Hiermee wil ik absoluut geen afbreuk doen aan het belang van het bijbrengen van de juiste mentaliteit en psychologische begeleiding in het algemeen. Echter, het is iets te speculatief om alle problemen hier aan toe te schrijven, waardoor ik hier in mijn argumentatie geen focus op heb gelegd.

      Reageer
      • 17 oktober 2017

        Ik heb gezegd dat psychologie onderdeel is van en niet de hele reden is. Psychologie is echter wel de belangrijkste factor hierin.
        Je kan dit niet zomaar afdoen als onwaar gezien je zelf al aangeeft dat jullie dit niet goed kunnen meten.
        Ik zelf meet dit vanuit mijn persoonlijke observatie, uit herkenning van bepaalde emoties. De wetenschap is dan nog niet ver genoeg om de juiste kenmerken hierin te herkennen. Dit is ook extra lastig omdat juist wetenschappers vaak analytischer denken en niet goed in tune zijn met emoties.
        Emoties liggen aan de grondslag aan alles. Hoe meer zelfbewust je bent van emoties, hoe beter je om kunt gaan met de situatie.
        Hoe kan het dat trainers zo’n grote invloed hebben op teams? Een goed plan hebben is belangrijk, maar het is nog veel belangrijker om bovenop laksheid en verslapping te zitten. Om rechtvaardig te zijn en op de juiste momenten spelers te wisselen en in te brengen. Zo met ze te praten dat er geen angst heerst maar een sterke wil om te winnen zal een goed plan zonder deze kenmerken overwinnen. Dat is juist wat er met Nederland is gebeurd wat te analytisch denkt. Het probleem ligt niet buiten de spelers en trainers maar er binnenin.

        Reageer
        • 18 oktober 2017

          We zijn het er over eens dat psychologie in deze van belang is. Het was in mijn reactie daarom niet de bedoeling om te claimen dat het onwaar is dat de psychologie de belangrijkste reden is.
          Echter, omdat het moeilijk aan te tonen is, kon en kan ik in mijn argumentatie ook niet stellen dat het wél waar is. Mijn (persoonlijke) positie is dat psychologie van belang is, maar hoe belangrijk exact is niet vast te stellen. Daarom heb ik er voor gekozen om me in mijn betoog op andere, makkelijker kwantificeerbare aspecten te focussen. En, zoals gezegd, heb ik ook geprobeerd om d.m.v. de focus op vernieuwingen/modernisering ook de deur wijd open te houden voor psychologische inzichten.

          Reageer
  • 22 oktober 2017

    Helemaal prima. Maar neem nu zo’n klassieker als vandaag tussen Feyenoord en Ajax. Het veldspel van de eerste helft was dramatisch. (tweede helft weet ik even niet, want toen was ik in slaap gevallen). Zo’n eerste helft zou je volledig moeten analyseren. De data moet kunnen uitwijzen:
    – hoeveel ballen er ingespeeld worden vanuit de verdediging naar het middenveld. Als je weet hoeveel ballen een ploeg gemiddeld inspeelt naar het middenveld, dan kan je kijken of ze beneden of boven hun gemiddelde zitten.
    – vervolgens kijk je naar de tegenstander, zet de tegenstander extra druk? Als je weet hoeveel druk naar voren de tegenstander normaal gesproken zet, dan kun je kijken of ze beneden of boven hun gemiddelde zitten.
    – je kan in de data ook zien in welke mate er druk wordt gezet, doet iedereen goed mee of zijn er spelers die verzaken.
    – je kunt zien welke speler er het beste met die druk kan omgaan. Had deze speler hulp van medespelers of heeft hij de druk helemaal zelf weerstaan?
    Emoties zijn met mates van waarschijnlijkheid te concluderen uit dergelijke cijfers. Bijvoorbeeld bij het gebrek aan durf om in te passen zoals van Bronckhorst omschreef. Want wanneer is er een gebrek aan durf? Als er mogelijkheden zijn met een hoge mate van risico, maar niet te hoog wat buiten de mogelijkheden van een dergelijke speler valt, en de speler alleen kiest voor de veilige optie, dan kun je met een vrij hoge waarschijnlijkheid concluderen dat er een gebrek aan durf is / angst is om die pass te geven.
    Wat je dan moet doen is proberen te achterhalen wat precies de reden is van dit gebrek aan durf. Waar komt dit door? Want dit is wel iets wat we veel terug zien komen in het Nederlandse voetbal en ook op internationaal gebied.
    Nu zijn er 2 psychologische profielen die je moet bekijken, die van het individu en die van de groep. Wanneer je zoals Feyenoord 4 jonge verdedigers achterin hebt staan en niemand kan het voortouw nemen waar de anderen zich aan op kunnen trekken, dan wordt het psychologische profiel van het individu hierdoor beïnvloed. Spelers kunnen mekaar sterker maken door elkaar te inspireren. Eventueel kun je dan als verbetering aangeven dat er een sterk individu ontbreekt, een leider in de verdediging, waar de rest zich aan op kan trekken.
    Op individueel vlak moet er naar de persoon zelf worden gekeken. Is het karakter van de persoon instabiel? Hoe gaat deze persoon om met druk? Is zijn techniek aan de bal goed genoeg? Is zijn handelingssnelheid voldoende? Als dit beneden peil is dan is het makkelijker om deze persoon onder druk te zetten omdat hij zich moeilijker uit druk kan bevrijden en zijn zelfvertrouwen in situaties met druk ook laag zal zijn. Als deze punten wel goed zijn, dan moet het aan iets anders liggen.
    Kijk ook altijd naar leeftijd en ervaring. Wie zijn zijn medespelers? Hoe lager de leeftijd en ervaring, hoe instabieler het karakter. Hoe jonger de medespelers, hoe meer dit het eigen individu beïnvloed. Stoer doen voor mekaar, een gebrek aan evenwichtigheid kunnen voor nog grotere instabiliteit zorgen.
    Dé grote doorslaggevende factor hierin is de trainer die naast tactische besluiten ook voor een soort psycholoog moet spelen door aan te voelen welke spelers klaar zijn voor bepaalde momenten, wanneer ze gewisseld moeten worden, wanneer iemand een schop onder zn kont nodig heeft of juist een compliment verdiend. Dit zijn psychologische dingen die heel weinig mensen herkennen, maar de doorslag geven tussen een top team en een team daar onder.
    Het is aan de trainer om ervoor te zorgen dat de angst verdwijnt bij een speler. Hoe moet hij dit doen? Persoonlijk vind ik het erg vreemd dat de trainer hier geen ondersteuning bij krijgt. Als ik een club zou besturen dan moet je ervoor zorgen dat elke speler, elke pion, optimaal kan functioneren. Dan heb je de verantwoordelijkheid om alles in je macht te doen om iedereen mentaal zo sterk mogelijk te maken.
    Het probleem is echter dat de leiding ook vaak niet eens weet dat daar het probleem ligt omdat ze eigelijk niet goed genoeg leiding kunnen geven, of een deel van de taken van leiding geven niet goed beheersen. Vaak zie je dat als er op bestuursniveau iemand neergezet wordt met een duidelijke visie die alle facetten van leiding geven goed beheerst, dat een team echt opfleurt. Een juist transferbeleid, een goede jeugdopleiding, dit is direct afhankelijk van de leiding.
    Een positief voorbeeld is misschien RB Leipzig. Het is een ongelofelijk verhaal dat ze op zo’n korte termijn de Champions League hebben bereikt. Ik zou heel veel lering proberen te trekken uit hoe die dit voor mekaar hebben gekregen. Het wordt tijd dat de leidinggevenden bij clubs ook eens goed in de spiegel gaan kijken.

    Reageer

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *