Ajax plaatste zich dit seizoen met ogenschijnlijk gemak voor de groepsfase van de Champions League en kent daardoor de beste start van het seizoen in jaren. Het aanblijven van de eigen talenten, de komst van gearriveerde namen en het aantrekkelijke spel houden de supporters tevreden.

Kentering in Amsterdam?

Groot is het contrast met het afgelopen voetbaljaar met daarin enkele dieptepunten: de Europese uitschakeling door Rosenborg BK, het slachtofferen van Marcel Keizer en de teleurstellende tweede plek in de eredivisie.
Tijdens al die dieptepunten laaide de discussie, niet voor het eerst, op over het functioneren van met name algemeen directeur Edwin van der Sar en technisch directeur Marc Overmars.
Na jaren kritiek en discussie over hun aanblijven krijgt het duo deze zomer weer de complimenten. Supporters prijzen Overmars om zijn optreden en van der Sar staat vooraan om de koers van de club nog eens van wat extra complimenten te voorzien.
Is het duo dan toch jarenlang te kritisch beoordeeld of toont het, na een inwerkperiode van vijf jaar, nu eindelijk verbetering en een koerswijziging?
Of is deze omslag in perceptie niet meer dan een reflectie van het enorme opportunisme in de voetbalwereld?
Wat vaststaat is dat het huidige management van Ajax over alle sportieve en financiële middelen beschikte om de club naar de meest succesvolle periode in decennia te leiden.
Maar ondanks een droomstart onder Frank de Boer, een geweldige instroom van talent en eindeloze financiële middelen heeft het zich al vier jaar laten aftroeven door een minder bevoordeelde concurrentie.
Dit artikel analyseert hoe Ajax een enorme kans kreeg om de Eredivisie een decennium te domineren, maar hoe het management van Ajax de bal voor open doel huizenhoog over schoot.

Een financiële heropstanding

Het is nog maar 8 jaar geleden dat Ajax een financieel kerkhof was.
De club had met grote uitgaven in transfers en spelerssalarissen ingezet op een lang uitgebleven kampioenschap en een terugkeer naar de Champions League. Toen dit niet lukte, resulteerden de hoge uitgaven in een recordverlies van meer dan 20 miljoen euro.
Nooit eerder rapporteerde een Nederlandse club zo’n groot verlies.
Onder leiding van Rik van den Boog wist de club een snelle bezuinigingsronde door te voeren en wist de club al in 2011 terug te keren naar een ‘break-even’ begroting.
De reserves die de club, sinds de beursgang in 1998 opgebouwd had, waren volledig verdampt, maar het tij zou door de successen van Frank de Boer snel keren.
Ajax behaalde 4 kampioenschappen tussen 2011 en 2014, wat leidde tot enorme inkomsten via de Champions League deelnames. Daarnaast verkocht Ajax jaar op jaar haar beste spelers, waardoor het een enorme instroom kreeg aan financiën.

Waar in de zomer van 2011 de selectie nog gericht versterkt werd voor €20 miljoen aan aankopen, ging de kraan definitief dicht na het aantreden van Marc Overmars in 2012. Hierna werd 4 transferzomers niet meer dan €10 miljoen per zomer uitgegeven aan eerste elftal spelers.
De inkomsten waren er niet minder om.
In de eerste vier jaar na 2010 kwam het grootste deel van Ajax’s winst uit de Champions League inkomsten. Toen deze weg vielen door het uitbleven van kampioenschappen na 2014 bleven de inkomsten hoog, met name door de explosie op de transfermarkt.
De 3 grootste transfers (Klaassen, Sanchez en Milik) leidden samen tot inkomsten van meer dan 100 miljoen.
Omdat de club niks met al haar inkomsten deed, stegen de financiële reserves naar een ongekende hoogte van 220 miljoen in 2018.
financiële reserves top 3
Ajax heeft nu meer reserves dan de rest van de Eredivisie samen.
Daarnaast bezit het bijna 4x zoveel als haar meest directe concurrent PSV.
Al sinds 2013 heeft Ajax zich kunnen onttrekken aan het speelveld van de Eredivisie en staat het op eenzame financiële hoogte. Er is geen enkele grote competitie in Europa waar de koploper zo’n ontzagwekkende financiële voorsprong op haar concurrenten kent.

Er is geen enkele grote competitie in Europa waar de koploper zo’n ontzagwekkende financiële voorsprong op haar concurrenten kent.

Hoe het financiële beleid een misvatting bleek

Toen Marc Overmars in 2012 aangesteld werd was het devies duidelijk – Ajax zou zuinig en financieel verantwoordelijk beleid gaan voeren.
In de jaren die volgden zou deze opvatting bijna als een religie uitgedragen worden.
In 2014 kondigde Frank de Boer aan dat Ajax ‘geen gekke dingen’ ging doen op de transfermarkt, ook bij een vertrek van sterspelers als Siem de Jong, Christian Eriksen en Toby Alderweireld.
In 2015 gaf Marc Overmars aan dat Ajax voor transfers niet meer dan €6 tot €7 miljoen verantwoord kon uitgeven. De club deed wat het zei – de transferzomers werden gekenmerkt door een inactief Ajax.
Het merendeel van de aankopen die gedaan werden waren aankopen van jonge talenten, vaak goede investeringen voor de lange termijn maar nooit een directe versterking voor het elftal.
Hierdoor heeft Ajax zich nauwelijks sportief verbeterd in de afgelopen jaren. Tussen 2010-2014 haalde het gemiddeld 71 punten per seizoen.
Aangezien de gemiddelde Eredivisie kampioen meer dan 80 punten haalt mag het een wonder genoemd worden dat dit genoeg was voor 4 kampioenschappen, maar dit wonder legde de basis voor van Ajax’s financiële machtspositie.
De zegen van dit wonder was dat het management kon steunen op de sportieve successen en zonder problemen verantwoordelijkheid kon nemen voor stabiel financieel beleid.
Of was er sprake van retoriek, en wat dit stabiel beleid vooral het ontbreken van beleid?
In 2018 is Ajax is uitgegroeid tot de financieel gezondste club in Europa. Haar reserves zijn uitgegroeid tot boven de 200 miljoen euro.
Dit is vergelijkbaar met een paar van de grootste en rijkste clubs in Europa, inclusief Arsenal (260), Juventus (260) en Bayern (230).
Omdat Ajax natuurlijk een aanzienlijk kleinere club is maakt dit haar veel gezonder dan al deze ‘voorbeeld clubs’.
financiële posities
Op basis van de laatste jaarverslagen in 2017, dekt Ajax haar jaarlijkse begroting ongeveer twee keer met haar reserves.
Ook de current ratio, een vaak gebruikte financiële indicator die de dekking van de kortlopende schulden aangeeft, staat op een absurd niveau van 3.3.
Kijkend naar deze ratio’s blijkt dat Ajax drie tot vier keer zo gezond is als clubs als Bayern München en Arsenal.
In 2018 is deze positie alleen maar sterker geworden. De club zou nu probleemloos haar recordverlies uit 2010 een decennium kunnen dragen.

Is Ajax 3 tot 4x zo gezond als clubs als Bayern München en Arsenal?

Opmerkelijk is dat Ajax al jaren zo gezond is. In 2013-2014 had de club al reserves van €85 miljoen, groter dan het budget en twee keer de kortlopende schulden. Dit maakte Ajax al gezonder dan praktisch elke grote club in Europa.
De club werd in 2014 en in 2015 dan ook uitgeroepen tot de financieel gezondste club van Europa door S&P Capital IQ.
Dit terwijl het management de noodzaak van financiële voorzichtigheid nog predikte, wat al sinds de tweede deelname van de Champions League en de bijbehorende inkomsten in 2011 overdreven was.
Bij de supporters ging dit er echter nog goed in, de schrik van 2010 zat er nog goed in.
Maar dat deze misvatting geen gevolgen had voor de populariteit van het management bij de supporters, wil niet zeggen dat Ajax er niet de sportieve prijs voor heeft betaald.
ajax punten per seizoen
In de vier kampioensjaren tussen 2010 en 2014 haalde Ajax een gemiddelde van 74 punten, waar in de vier jaar erna met gemiddeld 78 punten de tweede plaats werd veroverd.
Er was dus sprake van een lichte verbetering, maar Ajax wist zich niet te ontwikkelen tot de onbetwiste kampioenskandidaat.
Het is daarnaast ook de vraag of dit daadwerkelijk een sportieve verbetering was van Ajax en niet een verzwakking van de onderkant van de Eredivisie, aangezien zowel AZ (+5 punten), Feyenoord (+5 punten) en PSV (+16 punten) een verbetering over deze periode realiseerden die even groot of zelfs groter was dan die van Ajax.

Het Bayern München van Nederland?

Om te kunnen zien wat Ajax had kunnen realiseren met haar financiële machtspositie en hoe de club dat had kunnen doen, hoeven we alleen over de grens te kijken.
Bayern München is een club vergelijkbaar met Ajax in vele opzichten. Het is Duitslands rijkste en grootste club, speelt met veel jonge en Duitse spelers, heeft 28 kampioenschappen gewonnen en kende, net als Ajax, een langere periode van mindere prestaties.
Tussen 2007-2012 haalde het gemiddeld 71 punten per seizoen. Het behaalde hiermee twee kampioenschappen, waarmee het wat minder geluk had dan Ajax had met haar vier kampioenschappen.
Onder leiding van legendes als Uli Hoeness en Frans Beckenbauer besloot Bayern in te grijpen.
Ondanks dat de club nog altijd worstelde met hoge afbetalingen van het stadion besloot het tussen 2010 en 2013 de selectie aanzienlijk te versterken.
Ook al had Bayern vermoedelijk al de sterkste selectie van Duitsland, de club besloot tussen 2007-2013 netto €260 miljoen in de selectie te investeren.
Het wist dat het een aantal grote uitgaven moest doen om de selectie daadwerkelijk te versterken. Het brak records en haalde voor destijds exorbitante bedragen van €30 tot €40 miljoen spelers als Franck Ribery, Mario Gomez, Arjen Robben, Manuel Neuer en Javi Martinez.
transfersaldo bayern
De club had in deze periode nog €200 miljoen schulden van het stadion en de reserves dekten de kortlopende schulden niet, maar dit weerhield Bayern München er niet van om meerdere jaren op rij meer dan 50% van haar cashreserves uit te geven aan 1 transfer – waar Ajax tussen 2013 en 2015 nooit meer uitgaf dan tien procent.
Ook vergeleken met de begroting, een indicatie van hoe groot een transfer voor een club is durfde Bayern München 10-12% van de jaarinkomsten uit te geven aan losse spelers.
Ajax kwam door haar zelfopgelegde transferplafond van zes miljoen en het salarisplafond van één miljoen tussen 2012 en 2016 niet verder dan zes procent.
Tot en met 2013 gaf Bayern €260 miljoen meer uit aan spelers dan dat het binnen kreeg. Kijkend naar de jaarbegroting zou voor Ajax een vergelijkbare investering ongeveer vijftig miljoen zijn geweest, een investering van tien á vijftien miljoen euro per seizoen.
Radicaal anders dan het verkopen en sparen waarvoor Ajax koos.
Gezien de Champions League inkomsten waren dergelijke budgetten passend en mogelijk geweest, als je de strategie van Bayern München volgt.
punten per seizoen bayern munchen
Het effect van de investeringen die Bayern München deed was enorm. Tussen 2007-2012 haalde het gemiddeld 71 punten per jaar en steeg dit naar 89 tussen 2013-2018. De club won ook de Champions League in 2013. In al deze successen hadden de gekochte spelers grote aandelen, een bewijs van het succes van het transferbeleid.
Saillant detail is dat Bayern München sinds 2013 slechts €110 miljoen investeerde op transfergebied. Vergeleken met Bayern’s verdubbelde begroting en de jaarlijkse inflatie op de transfermarkt van 15%, is dit bedrag vier keer kleiner dan de periode vóór 2013.
Een actieve strategie op de transfermarkt betekent dus niet altijd kopen – maar wel wanneer de selectie dit nodig heeft.

Is Ajax wakker geworden?

Er zijn dit jaar voor het eerst signalen dat het management een andere kant op wil.
Weliswaar durfde het in 2016 eindelijk een groot bedrag uit te geven aan Hakim Ziyech, maar ook deze aankoop was niet het resultaat van een nieuwe visie, aangezien Overmars op 19 Augustus nog uitsprak Ziyech niet te zullen halen.
Na deze stellige uitspraak moest er een thuisnederlaag tegen Willem II en een 4-1 nederlaag tegen FK Rostov in de Champions League aan te pas komen voor Overmars alsnog overging tot de grootste transfer in jaren.
Het was eigenlijk pas in de afgelopen zomer dat Ajax, na nog een dramatisch verlopen seizoen, haar koers leek te wijzigen. Er werd netto voor bijna €20 miljoen geïnvesteerd, de aankopen kwamen vroeg in het seizoen en de grootste talenten werden behouden.
Het management zal echter de komende transferperiodes nog moeten bewijzen dat dit niet een eenmalige opleving is geboren uit noodzaak. Het management weet dat bij nog een jaar zonder prijzen haar positie waarschijnlijk onhoudbaar wordt. De recordtransfers kunnen dan ook net zo goed getuige geven van een management wat eerder geschrokken dan geïnspireerd is.
Bij een succesvol seizoen krijgen Marc Overmars en Edwin van der Sar eindelijk de kans om te laten zien wat hun visie voor Ajax is. Ook zullen ze zich waarschijnlijk wederom moeten bewijzen. Ongetwijfeld zullen er nieuwe recordbedragen geboden worden op spelers als De Ligt, De Jong, Ziyech of Neres en het management zal een enorme uitdaging krijgen om zoveel kwaliteit te vervangen.
Ondanks die continue uitdagingen zijn de vooruitzichten voor Ajax rooskleurig en heeft het management nog altijd een geweldige positie om de club de komende jaren te laten floreren.


In de komende artikelen wordt de positie van Ajax in 2018 verder bekeken, zowel op nationaal als internationaal en zowel op sportief als financieel gebied.
Tenslotte wordt ingegaan op de toekomst, naar de strategische keuzes die het management de komende jaren moet maken die gaan bepalen waar Ajax in 2025 zal staan.

3.9/5 - (50 stemmen)
Er zijn reacties op dit artikel
Laat reacties zien Hide comments
Comments to: Analyse: Hoe mismanagement de dominantie van Ajax vier jaar tegenhield
  • 25 september 2018

    Complimenten voor deze grondige analyse!
    Vriendelijke groet,
    Marcel Blijlevens

    Reageer
  • 6 oktober 2018

    Interessant artikel!
    “Tussen 2010-2014 haalde het gemiddeld 71 punten per seizoen.”
    Moet 74 zijn ipv 71.
    Groeten,
    Een oplettende lezer.

    Reageer

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *